Tessa de Loo en hond Daan
Tessa de Loo –bekend van onder andere het boek ”De tweeling” (1993) schreef ”Daan. Een Portugees op voetkussentjes van fluweel”. Daan is een hond, een Bretonse spaniël, én hij is een vondeling. Tessa de Loo krijgt hem cadeau met Kerst. Ze woont dan juist in Portugal.
Geef een schrijver een hond en hij wordt natuurlijk onderwerp voor een verhaal. Zo ook bij De Loo. Gek genoeg –ook al is De Loo een beroemde schrijfster– heeft het boek niet de juiste toon. Tussen Daan en de lezer zit Tessa de Loo. Dat is jammer, want de ingrediënten voor een mooi boek zijn er: een hond cadeau krijgen, in een land met bloeiende kurkeiken, sinaasappelbomen en stenen die door de zon zijn gestoofd.
De Loo schrijft te menselijk. Misschien is zij zelfs niet zo’n hondenmens. Ze schrijft wel over grote donkerbruine ogen, omgeven door een zwart kohlrandje, maar het gaat meer over het effect dat dit op haar heeft dan over hoe een hond de wereld zou kunnen zien. Een hondenmens wil een hondser verhaal. Hij/zij wil lezen dat de schrijfster puppy’s redt in plaats van op het nippertje aborteert, en dat ze een deel van de tuin omheint waar naar hartenlust gaten mogen worden gegraven (en niet dat ze de gravende hond naar het asiel brengt).
Wie een boek zoekt dat wel de goede toon heeft zou ”Chakka, mijn wolvekind” uit 1993 eens moeten opsnorren. Bevie J. Gravlin laat dieren echt zien. „Met een grote grijns op zijn stoute snuit groef Chakka in de open haard (het liefst nadat die pas gebruikt was), joeg alle vier de katten letterlijk op de kast en vrat mijn bed op.” Dát wil je lezen.
Daan. Een Portugees op voetkussentjes van fluweel, Tessa de Loo; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen, 2010; ISBN 978 90 295 7414 3; 136 blz.; € 12,50.