Dingflofbips voldoet niet meer
DEN HAAG (ANP) – Het Genootschap Onze Taal wil een alternatief vinden voor het woord ”dingflofbips”.
De vereniging doet op de eigen website en via Twitter een oproep aan mensen met taalgevoel om een nieuw ezelsbruggetje te verzinnen waarmee de namen van de inmiddels zeventien landen die de euro hebben ingevoerd, te onthouden zijn.
Sinds Estland op 1 januari de euro invoerde, maken zeventien landen gebruik van de Europese munt. Het ezelsbruggetje dingflofbips, dat in 2002 door de overheid werd geïntroduceerd, ging nog uit van de twaalf landen die in dat jaar overstapten. Het woord bevat de beginletters van die twaalf landen: Duitsland, Ierland, Nederland, Griekenland, Finland, Luxemburg, Oostenrijk, Frankrijk, België, Italië, Portugal en Spanje.
Sindsdien zijn daar Slovenië, Cyprus, Malta, Slowakije en Estland bijgekomen. Dingflofbips voldoet dus niet meer, stelt Onze Taal.
Nadat Onze Taal de oproep had geplaatst, kwamen volgens een woordvoerder al meteen tientallen reacties binnen. Het genootschap publiceert binnenkort een artikel over de binnengekomen suggesties in zijn blad. Ook overweegt Onze Taal bruikbare suggesties door te spelen aan het ministerie van Financiën, dat toentertijd met het ezelsbruggetje kwam.
De vereniging plaatst wel een kanttekening bij de houdbaarheid van het alternatief. „Zodra er weer een land bijkomt dat de euro invoert, zullen we weer iets nieuws moeten bedenken.”