Ontwikkelingshulp blijft heilig voor nieuw kabinet
Het budget voor officiële ontwikkelingshulp (ODA) blijft heilig voor het nieuwe kabinet. Het CDA staat geen verdere vervuiling toe van de 0,8 procent van het bruto nationaal product (bnp) die de komende minister van Ontwikkelingssamenwerking tot zijn of haar beschikking heeft.
Tussen de coalitiepartijen is wel afgesproken dat jaarlijks een bedrag van 300 miljoen euro wordt gereserveerd voor schuldkwijtscheldingen aan arme landen. Het gaat dan om aanbevelingen van de OESO, de club van rijke industrielanden.
Als die organisatie bijvoorbeeld de schulden van Nigeria of Sudan wil kwijtschelden en bepaalt dat het hier om arme landen gaat, mag het kabinet de ODA–middelen daarvoor aanspreken. Onder de schulden vallen dan ook de verzekerde exportkredieten van Nederlandse bedrijven die aan deze landen goederen of diensten hebben geleverd.
Ook in het verleden vielen kwijtscheldingen onder ODA, als de OESO daarmee in kon stemmen. Maar toen werd de kwijtschelding van schulden achteraf verrekend met de ODA–middelen. Het reserveren van gelden betekent echter niet dat als er in een bepaald jaar geen schulden van arme landen worden gesaneerd, de 300 miljoen vrij besteedbaar is geworden. Volgens bronnen binnen Ontwikkelingssamenwerking moet dat geld dan aan andere officiële ontwikkelingsprojecten worden uitgegeven.