„Somalië echt niet veilig voor christen”
AMERSFOORT – In het asielzoekerscentrum in Luttelgeest krijgt hij zijn eerste Bijbel. De Somaliër Abdi (48) gaat erin lezen, wordt geraakt door het Evangelie en laat zich dopen. Nu hangt hem een uitzetting boven het hoofd. Als afvallige van de islam vreest hij bij terugkeer naar zijn land ernstige vervolging.
Terwijl de media dezer dagen volop de aandacht richten op twaalf Somalische terreurverdachten, heeft Abdi –hij wil niet met zijn achternaam in de krant– andere zaken aan zijn hoofd. Woensdag ontving hij van zijn advocaat bericht dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zijn uitzetting niet blokkeert, hangende het onderzoek naar de definitieve afwijzing van zijn asielaanvraag door de Raad van State. Hij moet er rekening mee houden dat de Nederlandse overheid nu daadwerkelijk tot uitzetting kan overgaan.
In de woning van een vriend vertelt Abdi –soms zichtbaar aangeslagen– zijn verhaal. Hij groeit op in een islamitische familie in het noorden van Somalië. Traditiegetrouw gaat hij naar de moskee en houdt hij de ramadan. Al op jonge leeftijd heeft hij echter vragen bij de Koran.
Abdi: „Je mag alleen in het Arabisch bidden. Maar als je die taal nou niet kent, kun je dan ook niet bidden? Kent Allah alleen Arabisch? Dat vond ik vreemd. Ook worden christenen en joden in de Koran vijanden genoemd. Maar hoe kon ik hen haten, terwijl ze me nooit iets slechts hadden aangedaan?”
Zijn twijfels over het islamitische geloof bespreekt hij met niemand. „Mensen uit het buitenland hebben in Somalië geen problemen als ze een andere religie dan de islam aanhangen, maar Somaliërs wel. Ook in Somaliland, de regio waar ik vandaan kom, is de wetgeving gebaseerd op de sharia, die de doodstraf stelt op afvalligheid van de islam. Ik kende geen enkele Somalische christen.”
Tijdens de opleiding verpleegkunde in Hargeisa ontmoet hij halverwege de jaren zeventig een christelijke lerares uit Libanon. Hij vraagt haar om een Bijbel. De docente antwoordt dat het voor hem te gevaarlijk is zelf een exemplaar te hebben, maar laat hem er wel bij haar thuis uit lezen. „Van haar hoorde ik dat je zelfs voor je vijanden moest bidden. Het christendom is een vreedzame religie. Dat sprak me aan.”
Abdi ontmoet een vrouw met wie hij zijn leven wil delen. Behorend tot een minderheidsstam kan hij echter niet zomaar met haar trouwen. Haar familie accepteert hem niet. De twee huwen in het geheim en wijken uit naar een buurland.
Als Abdi daar na enkele jaren zijn baan kwijtraakt, keren ze terug naar Somalië. Vanwege aanhoudende problemen met zijn schoonfamilie –„ze stonden me naar het leven”– vlucht Abdi in 2007 naar Nederland.
In het asielzoekerscentrum in Luttelgeest krijgt hij twee christenen op bezoek. Voor het eerst in zijn leven ontvangt hij een eigen Bijbel. Ook besluit hij naar de kerk te gaan. Langzaam maar zeker wordt hij ingewonnen voor de boodschap van het Evangelie.
Na een verhuizing naar een ander azc komt hij in contact met de hervormde gemeente in Amersfoort. Hij wordt een trouw kerkganger in de Joriskerk, bij ds. G. D. Kamphuis. „Vanaf het begin voelde ik me daar thuis. De mensen waren aardig voor me. Ik luisterde graag naar de preken. Dat was wat ik nodig had.”
In 2009 zegt Abdi dat hij gedoopt wil worden. Hij geeft aan zich te herkennen in het verloren schaap dat door de Heere Jezus wordt teruggebracht bij de kudde. Over die gelijkenis uit Johannes 10 preekt ds. Kamphuis als Abdi met Pasen belijdenis doet en wordt gedoopt.
Intussen ontvangt de Somaliër in zijn asielprocedure de ene afwijzing na de andere. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) betwijfelt niet dat hij christen is, maar geeft aan dat hij bij terugkeer naar zijn land geen vervolging hoeft te vrezen als hij geen ruchtbaarheid geeft aan zijn overgang naar het christendom.
In Abdi’s stem klinkt verontwaardiging, als hij zegt: „Dat is een crazy gedachte. Ik wil mijn geloof belijden, het is niet mogelijk erover te zwijgen. Ik denk ook dat de Nederlandse overheid te weinig informatie heeft over de situatie van christenen in Somalië en Somaliland. Het is écht niet veilig. Dat blijkt bijvoorbeeld uit berichten van Open Doors.”
Zijn hoop was tot voor kort gevestigd op het Europees hof, maar die houdt zijn uitzetting niet tegen. Volgende week heeft Abdi een afspraak met zijn advocaat. Intussen probeert de uitgeprocedeerde asielzoeker de stress de baas te blijven.
„Soms heb ik geen hoop meer. Maar als ik uit de Bijbel lees en bid, geeft me dat steun. Ik weet zelf niet hoe het verder moet, maar houd me vast aan de gedachte dat God met alles wat er gebeurt Zijn bedoeling heeft.”