Gemma W. stelde tussen 2001 en 2007 onder meer de kosten vast voor controles op de vee- en vleessector bij de organisatie, tegenwoordig de ‘nieuwe VWA’ (nVWA). Kort nadat ze ontslag nam in 2007, speelde ze een rapport door aan organisaties die opkomen voor dierenrechten. In dat rapport werden misstanden in slachthuizen en bij veetransporten aan de kaak gesteld.

Het Openbaar Ministerie (OM) eiste begin deze maand als straf een geldboete van 500 euro. Die „symbolische” boete legde de Haagse rechtbank haar niet op.

De rechtbank is ervan overtuigd dat W. handelde vanuit „oprechte verontrusting” over de misstanden. De openbaarmaking is „klaarblijkelijk de aanleiding geweest voor het versneld verbeteren van het veterinair toezicht”. Wel had W. „minder ingrijpende alternatieven” kunnen zoeken, die niet in strijd waren met haar geheimhoudingsplicht, aldus de rechters.

Omdat W. niet meer voor de VWA werkte toen ze de stukken naar buiten bracht, was ze geen klokkenluidster, zo stelde het OM tijdens de inhoudelijke behandeling. Die regeling gold namelijk alleen voor ambtenaren. W. lekte vertrouwelijke informatie waarover ze - ook toen ze weg was bij VWA - geheimhoudingsplicht had, aldus de aanklager.

W. trok niet eerder aan de bel omdat de misstanden volgens haar werkgever eind 2007 „politiek niet opportuun” waren, zo verklaarde ze tijdens de zitting. Volgens haar gingen economische belangen binnen het departement v³³r dierenwelzijn en zou haar klacht niet onafhankelijk behandeld worden.

Secretaris-generaal André van der Zande deed begin 2008 namens het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangifte tegen de vrouw. De VWA was onderdeel van dit ministerie.

Het rapport zorgde voor veel commotie in de media en in de politiek. Mede door de commotie kwam er een commissie om aanbevelingen te doen en zo het toezicht te verbeteren.