Opinie

Tweemaal Dordrecht: 1618 en 2010

In de loop van de geschiedenis hebben verschillende synodes in Dordrecht vergaderd. Niet alleen de beroemde van 1618, maar ook daarvoor en daarna. De Gereformeerde Kerken hielden er in 1893 hun eerste generale synode. De Gereformeerde Gemeenten vergaderden in die stad in het jubileumjaar 1968.

dr. C. S. L. Janse
17 December 2010 21:27Gewijzigd op 14 November 2020 12:57
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

De nationale synode die vorige week in Dordrecht plaatsvond, droeg echter een heel ander karakter. Allereerst was het geen echte synode, al zegt de gekozen naam wel het een en ander over de pretenties van de initiatiefnemers. In de tweede plaats was het een bundeling van tal van kerken uit een breed protestants spectrum. Zo’n vijftig kerken deden mee, waaronder ook tal van kleinere, allochtone kerken.

Anders dan in 1618 werden er geen ketters de deur gewezen. Daar zijn de meeste kerken inmiddels veel te beschaafd en te verlicht voor geworden. De remonstranten waren trouwens niet vertegenwoordigd op de jongste nationale synode. Nu zijn die sinds de 19e eeuw ook wel erg vrijzinnig. Arminius en de zijnen waren dat bepaald niet. Die hadden zich vorige week in Dordrecht ook goed thuis gevoeld.

Dordtse Leerregels

Het belangrijkste resultaat van de echte synode van Dordrecht waren de Dordtse Leerregels, compleet met een opsomming van de verworpen dwalingen. De waarheid van Gods Woord stond bij de Dordtse vaderen immers hoog genoteerd. In zijn gebed bij de aanvang van de synode stelde de Dordtse predikant Balthasar Lydius dat de waarheid en de vrede tweelingzusters zijn. De ene kan niet zonder de andere. Een strijd die ons met God verenigt, is beter dan een vrede die ons van God scheidt, aldus Lydius.

Is dat op de recente bijeenkomst in Dordrecht in het openingsgebed ook aan de orde geweest? Ik vrees van niet. Hoeveel van de honderden aanwezigen voelden zich van harte verbonden met de Dordtse Leerregels?

Erg veel instemming hebben die leerregels trouwens nooit gehad. Meer dan de andere belijdenisgeschriften lagen zij onder vuur. Mensen die op hun manier nog wel gereformeerd wilden zijn, hadden hun bedenkingen bij de inhoud.

Over Gods verkiezing spreken was nog tot daar aan toe, maar over de verwerping konden we beter maar zwijgen. Die leer viel immers niet te rijmen met het beeld van een liefdevolle God. Zulke harde uitspraken zouden ook alleen maar mensen afstoten.

Kortom, je hoeft geen groot kenner van de vaderlandse kerkgeschiedenis te zijn en van het huidige kerkelijke spectrum om te concluderen dat er een grote kloof bestaat tussen Dordrecht 1618/1619 en Dordrecht 2010. Het confessioneel relativisme dat in 1618 werd afgewezen, lag heel duidelijk ten grondslag aan de nationale synode van 2010. Wat de deelnemers aan elkaar verbindt, is belangrijker dan wat hen van elkaar scheidt, zo was thans het uitgangspunt. „We delen een fundamentele eenheid rond die ene Herder”, zo zei een van de stuurgroepleden tijdens de openingsbijeenkomst.

De Rooms-Katholieke Kerk was slechts als waarnemer in Dordrecht aanwezig. Wellicht dat die een volgende keer volwaardig kan participeren. Wat moet je ook in de 21e eeuw met allerlei achterhaalde discussies uit het verre verleden? Is het niet veel positiever om onze roomse broeders en zusters een hartelijk welkom toe te roepen? Dat is nog eens echt katholiek! Een Nationaal Oecumenisch Concilie.

Strenge gereformeerden

Gelukkig zijn er in Nederland ook nog mensen die met dit confessioneel relativisme niet mee kunnen gaan. Die zich ook in 2010 nog hartelijk verbonden voelen met de Nationale Synode van Dordrecht. De echte wel te verstaan. De Gereformeerde Gemeenten en de Hersteld Hervormde Kerk wezen de uitnodiging af. Ook de oud gereformeerden en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland waren afwezig. Vanuit de Christelijke Gereformeerde Kerken en uit hervormd-gereformeerde kring klonken eveneens afwijzende geluiden. Niet ten onrechte vond men daar dat, in het brede verband dat de stuurgroep nationale synode bijeen wilde brengen, de verschillen groter zouden zijn dan de overeenkomsten.

”Protestants geloven zonder uitersten”, zo luidde de kop in NRC Handelsblad boven een artikel over de nationale synode. Dat was aardig getypeerd. De vrijzinnigen deden immers niet mee en de strenge gereformeerden ook niet. Het was de protestantse middengroep die zich vorige week in Dordrecht liet zien.

Verdeeldheid

Maar was het dan niet uiterst positief dat de initiatiefnemers voor de nationale synode op deze manier een antwoord wilden geven op de schrijnende kerkelijke verdeeldheid? Dat men daar een gemeenschappelijke boodschap wilde presenteren aan de zozeer geseculariseerde Nederlandse samenleving? Dat zijn inderdaad zeer reële en relevante vragen.

Maar bedenk wel, de kerkelijke verdeeldheid is primair een inhoudelijke verdeeldheid. Een verdeeldheid over de inhoud van het Evangelie, een verdeeldheid over het verstaan van de Bijbel, ja, een verdeeldheid over de aard van de Bijbel als het Woord van God. Soms zelfs een verdeeldheid over het bestaan van God.

Zolang daar zo fundamenteel verschillend over geoordeeld wordt als thans in Nederland het geval is, is er geen sprake van een geloofsgemeenschap. Dan kan er ook geen institutionele kerkelijke eenheid zijn. Die moet immers haar grondslag vinden in de eenheid van het ware geloof.

Heeft het zin om met elkaar over die verschillen te spreken? Jazeker, maar dan niet op basis van een vanzelfsprekende geloofseenheid, zoals in Dordrecht het geval was. Of die geloofseenheid er is, zal moeten blijken. Zullen dergelijke gesprekken veel opleveren? De godsdienstgesprekken ten tijde van de Reformatie hadden meestal niet zo veel resultaat. Zou het nu anders zijn?

We zullen het in ieder geval niet moeten verwachten van onze rechtzinnigheid en onze overtuigingskracht. Alleen Gods Geest kan mensen inwinnen voor de waarheid. Die kan ook kerkelijk bijeenbrengen wat bijeen hoort. Want er is zeker ook een kerkelijke verdeeldheid waarvoor geen grond bestaat. Een verdeeldheid waarvoor we ons moeten schamen.

Credo

De basis voor de nationale synode werd gevormd door de vorig jaar gepubliceerde Credotekst. Een verklaring die gebaseerd was op de Apostolische Geloofsbelijdenis. Maar daarbij waren heel wezenlijke dingen weggelaten. Voor iedereen die lezen kon, viel dat te constateren.

Zo is de belijdenis van God de Vader als de Almachtige weggevallen. In het Apostolicum komt die zelfs twee keer voor. Tegenwoordig heeft men daar echter in modern protestantse kring grote moeite mee. Liever spreekt men over een God Die meelijdt in al onze moeite en verdriet.

Wat in de Apostolische Geloofsbelijdenis beleden wordt over de maagdelijke geboorte, bleef evenmin behouden. Kennelijk vond men dat je daar tegenwoordig niet meer mee aan kunt komen. In plaats van „geboren uit de maagd Maria”, lezen we nu „geboren uit Israël.” En om nog iets te noemen, ook de belijdenis dat Christus zal komen „om te oordelen de levenden en de doden” is bij het opstellen van de Credotekst gesneuveld. Er wordt slechts gesteld dat God alle kwaad teniet zal doen. Dat wijst eerder in de richting van de alverzoening.

Dat alles maakt duidelijk dat de initiatiefnemers van de nationale synode niet alleen geen boodschap hadden aan de gereformeerde belijdenis, maar ook problemen hadden met het Apostolicum. Althans, zij vonden het niet zinvol of niet haalbaar om die voor zeer veel kerken gezaghebbende belijdenis als uitgangspunt te nemen bij hun actie. Vandaar dat verschillende passages niet terugkeerden in hun eigen Credotekst.

Signaal

Tijdens de slotbijeenkomst werd aan minister Donner een ”Signaal aan de Nederlandse samenleving” overhandigd. Ook daarvan moet gezegd worden dat de inhoud zwaar teleurstelt. Is dat nu de boodschap die anno 2010 vanuit de kerken aan de Nederlandse samenleving moet worden gebracht? De maatschappelijke problemen die men signaleert had men ook samen met het Humanistisch Verbond kunnen aanleveren.

In de tijd van de Dordtse Synode en daarna wist de Gereformeerde Kerk zich medeverantwoordelijk voor de samenleving. Het Woord van God was immers van betekenis voor staat en maatschappij. Ook daar moest het gezag van Gods geboden geproclameerd worden. In de gereformeerde traditie gaat men uit van het drieërlei gebruik van de wet. Gods wet is de kenbron van de ellende en de regel voor het leven der dankbaarheid van Gods kinderen, maar die wet is ook gezaghebbend voor de menselijke samenleving. Dat is het burgerlijk gebruik van de wet.

Vandaar dat onze gereformeerde vaderen niet schroomden om de vinger te leggen bij de Godtergende zonden van land en volk. Wanneer men in die weg voort zou gaan, waren Gods geduchte oordelen te vrezen. Dat is een volstrekt andere boodschap dan ons uit het vorige week in Dordrecht gepresenteerde Signaal tegemoetkomt.

Is er tegenwoordig geen reden meer voor dergelijke waarschuwende woorden? Had niet gesproken moeten worden over het kwaad van de abortus, dat inmiddels breed geaccepteerd is en steeds vaker als een mensenrecht wordt gepresenteerd? Had het punt van de euthanasie niet aan de orde moeten komen? Was er geen reden om te spreken over de zondag? Moest niet de grote zorg uitgesproken worden over de seksuele verwording, onder meer tot uitdrukking komend in de acceptatie van homoseksuele relaties?

Dan had dat Signaal inderdaad forse weerstand opgeroepen in de Nederlandse samenleving. Dan had minister Donner zich aangesproken moeten voelen dat zijn partij, die zich altijd nog als een christelijke partij presenteert, het er op deze punten steeds meer bij laat zitten.

Nu was het een Signaal aan de samenleving van een christendom dat niet meer weet van de ernst van de zonde. Een christendom dat vooral een vriendelijke en aantrekkelijke boodschap wil brengen. Een evangelie naar de mens. Zo’n boodschap vindt inderdaad makkelijker gehoor. Dat was vroeger ook al zo. „Schouwt ons niet wat recht is; spreekt tot ons zachte dingen, schouwt ons bedriegerijen” (Jes. 30:10).

Soms moet je van bepaalde gebeurtenissen zeggen dat ze een genuanceerd beeld opleveren. Dat er zowel positieve als negatieve gezichtpunten zijn waar te nemen. Bij de recente nationale synode is er veeleer sprake van een consistent beeld. Maar dan wel in het negatieve. Zeker als we dat vergelijken met 1618/1619. En die vergelijking hebben de organisatoren zelf opgeroepen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer