Meestervervalser in het kwadraat
Titel:
”Het bedrog”
Auteur: Frederik H. Kreuger
Uitgeverij: Quantes, Rijswijk, 2003
ISBN 90 5959 006 6
Pagina’s: 215
Prijs: € 20,-. Han van Meegeren (1889-1947) belandde na de oorlog in de gevangenis omdat hij een schilderij van Vermeer aan Goering had verkocht. Dat betekende collaboratie en landverraad, waarvoor hij tien jaar cel kon krijgen. Daarom bekende hij maar dat hij het doek zelf had gemaakt.
Frederik Kreuger nam het opzienbarende levensverhaal van meestervervalser Han van Meegeren als uitgangspunt voor zijn roman ”Het bedrog”. Hij portretteert Van Meegeren als een bedrieger in het kwadraat. Afgewezen door de officiële kunstwereld, zocht hij naar erkenning door werk van Hollandse meesters na te maken: Frans Hals, Vermeer, Terborch, Pieter de Hoogh.
Het moet Van Meegeren enorm veel plezier hebben gedaan dat alom erkende ’experts’ zijn vervalsingen stuk voor stuk als authentiek kwalificeerden. ”De Emmaüsgangers” kwam bijvoorbeeld in 1937 als echte Vermeer in Museum Boijmans in Rotterdam te hangen. Prijskaartje: 520.000 gulden. Van Meegeren ging zelf kijken op de tentoonstelling die het jaar daarop rond het topstuk werd ingericht. Wat zal hij zich verkneukeld hebben.
Kreuger beschrijft in zijn roman heel helder de innerlijke drijfveren van Van Meegeren: pure frustratie aangevuld met een fors minderwaardigheidscomplex. Hij maakt ook duidelijk hoe buitengewoon slim de vervalser te werk ging. Zo kende hij bijvoorbeeld de opvattingen van de vakpers, die speculeerde over de vraag of Vermeer in zijn jonge jaren wellicht een aantal bijbelse voorstellingen had geschilderd. En Boijmans-directeur Hannema had in een boek aangetoond dat Vermeer de invloed van de Italiaanse schilder Caravaggio had ondergaan. Van Meegeren benutte die informatie om de verwachtingen van de experts eenvoudigweg in te vullen.
Een bewijs van Van Meegerens slimheid en capaciteit is dat hij nooit werd betrapt. Dat hij toch door de mand viel, kwam ironisch genoeg doordat hij ervan werd beschuldigd dat hij een echte Vermeer -”De overspelige vrouw”- aan de Duitsers had verkocht.
Kreuger heeft ontegenzeggelijk een boeiend boek geschreven. Toch blijf ik na het lezen een onbevredigend gevoel houden. Waarom schrijft iemand eigenlijk een roman over zo’n boeiende persoonlijkheid als Han van Meegeren? Wat voegt fictie toe aan feiten die al zo opzienbarend zijn? Het gevolg is dat de werkelijkheid tot in het absurde wordt overdreven. En dat maakt het slotstuk met de titel ”De werkelijkheid” niet meer goed.
Han van Meegeren verdient gewoon een eerlijke biografie.