De ijzeren greep van Loekasjenko
ALESINO/MINSK – Sinds 1994 heerst president Alexander Loekasjenko over Wit-Rusland. Op het platteland lopen ze met hem weg, maar de oppositie zucht onder zijn bewind.
Ze werpt een kushandje naar de portretfoto van de Wit-Russische president Alexander Loekasjenko. Zijn beeltenis hangt achter het bureau van de directeur van een landbouwbedrijf in Alesino, een boerendorp 35 kilometer ten oosten van de Wit-Russische hoofdstad Minsk. Op de foto ziet hij er jong uit. Hij is nog niet grijs en zijn gezicht vertoont amper een rimpel. Morgen doet de 56-jarige Loekasjenko opnieuw mee aan de presidentsverkiezingen.
De vrouw van het kushandje is de 49-jarige Nina, vicedirecteur van het landbouwbedrijf. Ze zit in de kamer van haar baas. Na haar liefdevolle gebaar zegt Nina direct. „Ik was in een boerendorp bij Sint-Petersburg op bezoek en als je ziet hoe hoog ze het graan daar laten groeien! Daar is helemaal geen aandacht voor. Vind je het gek dat in Rusland de branden van afgelopen zomer zo uit de hand liepen. Niemand zorgt voor de grond. Een andere keer was ik in een dorp in Oekraïne. Overal lag afval voor de huizen. Dat zie je niet in Alesino.”
Alesino, dat 2000 inwoners telt, ligt er verzorgd bij. De houten huizen zijn aan de buitenkant goed onderhouden. Nergens is een spoor van afval te bekennen. Dat is het werk van Loekasjenko, vinden de inwoners. Batja, ”vadertje”, zorgt voor de mensen op het platteland, zijn trouwe kiezers. Onder zijn bewind stegen de salarissen, werden oude huizen opgeknapt, asfaltwegen aangelegd en kwamen er nieuwe supermarkten, waar van alles te koop is. „Eind jaren tachtig, begin jaren negentig hadden we niks. Geen gas, geen winkel. Nu wordt het elk jaar beter”, zegt Nina tevreden.
Loekasjenko brengt stabiliteit. Het ongebreidelde kapitalisme na de val van de Sovjet-Unie in 1991 bleef uit. De staat verkocht de bedrijven niet aan zakenmensen. Het onafhankelijke Wit-Rusland belandde niet in zo’n chaos als de buurlanden Oekraïne en Rusland met alle gevolgen van dien, waar Nina op doelt.
Loekasjenko is een man van het volk. Voor zijn politieke loopbaan was hij directeur van een kolchoz, een collectieve boerderij ten tijde van de Sovjet-Unie. Hij weet wat de mensen op het platteland nodig hebben. Loekasjenko veroverde het presidentschap in 1994 met de belofte om de strijd aan te gaan tegen corruptie.
Als president vergrootte Loekasjenko zijn macht. Vrije media werden aan banden gelegd. In 2001 werd hij herkozen en drie jaar later bedong hij via een referendum dat hij langer dan twee termijnen kon aanblijven als president. Internationale waarnemers meldden een veelvoud aan fraude tijdens dit referendum. Tegenstanders belandden in de gevangenis.
In 2006 won Loekasjenko opnieuw de presidentsverkiezingen. De oppositie beschuldigde hem van verkiezingsfraude. In het centrum van de hoofdstad Minsk, op het Oktoberplein, kwamen zijn tegenstanders bij elkaar in de hoop een revolutie te ontketenen, zoals dat eerder gebeurde in Oekraïne en Georgië. De opzet mislukte. De politie veegde het plein schoon en arresteerde oppositieleden. Loekasjenko’s heerschappij leverde hem de bijnaam ”de laatste dictator van Europa” op, zoals de Amerikaanse regering onder George Bush hem noemde.
De oppositie heeft aangekondigd morgen opnieuw naar het Oktoberplein te gaan. Ze gelooft niet dat de verkiezingen eerlijk zullen verlopen. Presidentskandidaat Statkevitsj is morgen eveneens aanwezig op het plein. In 2005 belandde hij in de gevangenis na protesten tegen het referendum. Protesteren brengt risico’s met zich mee. In het centrum van Minsk staat het hoofdkantoor van de KGB.
Dit is het slot van een drieluik over de verkiezingen in Wit-Rusland.