Groen & duurzaamheid

Zuidwest-Nederland werkt hard aan ‘biobased economy’

Fossiele grond- en brandstoffen zijn eindig. Terwijl de industrie zich het hoofd breekt over vervangers, zet Zuidwest-Nederland de stap naar ‘groene’ grondstoffen. Verrassend veel bedrijven werken al aan een duurzame delta.

17 December 2010 14:20Gewijzigd op 14 November 2020 12:57
Sabic Innovative Plastics.
Sabic Innovative Plastics.

Schaarste, CO2-belasting en recordprijzen dwingen de industrie op zoek te gaan naar alternatieven voor fossiele grond- en brandstoffen. Dat beseffen ook Zeeland en West-Brabant, waar tal van energie-intensieve bedrijven zijn gevestigd. Chemiereuzen als Dow, Yara en Cargill zijn er beeldbepalend.

Verschillende bedrijven in het gebied startten al initiatieven in de richting van verduurzaming, waarbij biobrandstoffen een belangrijke rol spelen. Dat ligt voor de hand: de zuidwestelijke delta is rijk aan landbouw en met de zeehavens van Vlissingen en Terneuzen is de aanvoer van bijvoorbeeld biomassa geen obstakel.

Het louter verbranden van die plantaardige afvalproducten voor energieopwekking is de minst rendabele manier van grondstoffengebruik; er valt meer uit te halen. Chemiegigant Sabic (zie kader) bijvoorbeeld zet juist in op het nog verder uit elkaar halen van de grondstoffen, om elke component afzonderlijk te gebruiken. Zo ziet hij mogelijkheden om plastic te maken uit bijvoorbeeld resten van aardappelen of suikerbieten. Na de ‘bioraffinage’ kan het restant dan alsnog worden verbrand. Maar voordat het zover is, is er veel onderzoek nodig.

Met de provincie Zeeland als aanjager slaan verschillende partijen nu de handen ineen om de overstap te maken naar een duurzame procesindustrie, een ”biobased economy”.

Niet voor niets, want de wirwar aan initiatieven vraagt om stroomlijning. Nu nog weet het ene bedrijf niet wat het andere bedrijf doet, terwijl ze wel van elkaar kunnen profiteren. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van elkaars reststromen, zoals kunstmestfabrikant Yara in Sluiskil zijn restwarmte en CO2 levert aan de nabijgelegen glastuinbouw.

Er zijn ook andere risico’s die de uitbouw van de biobased economy kunnen hinderen. De motivatie om te investeren komt vooral voort uit maatschappelijke en politieke doelen, en is nog nauwelijks marktgedreven. Bovendien steunen duurzame initiatieven voor een belangrijk deel op overheidssubsidies.

Toch ziet bijvoorbeeld de Zeeuwse gedeputeerde Wiersma volop kansen. „Er beweegt enorm veel. Niet alleen in Zeeland, maar ook in Zuidwest-Nederland en Vlaanderen. Daarmee leveren we een bijdrage aan de Nederlandse concurrentiekracht en klimaatdoelstellingen. Er is een economische en ecologische noodzaak voor biobased economy, want fossiele brandstoffen zijn eindig. En daarom slaagt dit project.”


Sabic Innovative Plastics

Sabic Innovative Plastics, gevestigd op een enorm terrein in Bergen op Zoom, is niet het eerste bedrijf waar je aan denkt bij biobased economy. Het maakt deel uit van de grootste petrochemische onderneming van het Midden-Oosten.

Toch werkt de chemiereus al jaren aan verduurzaming, zegt manager Willem Sederel. „Al in 1976 gebruikten we in Saudi-Arabië gas dat werd afgefakkeld voor duurzame toepassingen. In 2020 willen we wereldleider zijn in de chemische industrie; daarvoor móét je innoveren.”

Medio 2011 moet er op het terrein in Bergen op Zoom een ”groene campus” verrijzen. „Jonge ondernemingen krijgen een vliegende start tegen gunstige kosten. Wij stellen onze faciliteiten, zoals kantoorruimte en laboratoria, ter beschikking.”

De campus moet zich vooral richten op productontwikkeling. „Die komt het best tot haar recht als grote bedrijven kleine technologische ontwikkelaars naast zich hebben. Daarom geloven we in het campusmodel.”

Om de campus daadwerkelijk van de grond te krijgen, werkt Sabic samen met onder meer de provincie Noord-Brabant, Bergen op Zoom, Avans Hogeschool en agroproducent Gargill.

www.sabic.nl


AlgaeLink

„Het eenvoudigste organisme op deze planeet kan de oplossing zijn voor ’s werelds meest complexe problemen.” In Yerseke geloven ze er heilig in. Nu het zwarte goud –olie– steeds duurder wordt, ziet AlgaeLink een gat in de markt voor het groene goud: algen.

AlgaeLink kweekt zelf niet, maar ontwikkelt en produceert kweeksystemen. Zijn zogenaamde photobioreactor vindt wereldwijd steeds meer aftrek, zegt Mirandi Bol van het Yersekse bedrijf.

Tal van toepassingen weet ze op te noemen. „De voedingsmiddelen- en de cosmetica-industrie maken al langer gebruik van algen. Steeds vaker worden algen nu ook gebruikt als grondstof voor biodiesel, biogas en vliegtuigbrandstof.”

Maar er zit nog een andere duurzame kant aan algen, zegt ze. „Algen groeien op (zon)licht, CO2 en water. Dat hoeft geen schoon water te zijn; algen gedijen prima in afvalwater.”

Een prachtoplossing dus voor het op natuurlijke wijze terugdringen van de CO2-uitstoot? Aan de prijs hoeft het niet te liggen. Een photobioreactor kost zo’n 90.000 euro. Nadeel is wel dat de algenindustrie nog volop in de kinderschoenen staat en voor een deel afhankelijk is van subsidies.

www.algaelink.com


Biopark Terneuzen

Met Biopark Terneuzen wil Zeeland Seaports afvalstromen volledig uitbannen. Sinds 2007 werkt de havenautoriteit in de Terneuzense kanaalzone aan het op grote schaal samenbrengen van bedrijven die elkaars bijproducten en reststoffen (afval) opnieuw kunnen gebruiken.

Kunstmestproducent Yara in Sluiskil pompt sinds eind 2009 restwarmte en CO2 via pijpleidingen naar het glastuinbouwcomplex in de Autriche- en de Smidsschorrepolder. Zetmeelfabrikant Cargill levert restproducten van zetmeel, gezuiverd water, energie en samengeperste lucht aan alcoholproducent Nedalco.

Op zijn beurt onderzoekt Nedalco de mogelijkheden om aan de noordkant van de productievestiging van Cargill in Sas van Gent een bio-ethanolfabriek te bouwen. De fabriek zou een tweede CO2-bron voor de glastuinbouw kunnen zijn.

Op het terrein van Heros Sluiskil staan al een biodieselfabriek en een afvalwaterzuiveringsinstallatie, en verrijst op dit moment een biomassacentrale voor het verwerken van reststromen uit de voedingsindustrie en de agrarische sector.

„Allemaal ”smart links”, slimme koppelingen tussen bedrijven die zo van elkaar kunnen profiteren en een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de kanaalzone”, aldus David Moolenburgh van Zeeland Seaports.

www.bioparkterneuzen.com


Bio Base Europe

De omschakeling naar biobased economy vraagt opleiding en expertise. Bio Base Europe moet daarin voorzien. In het grensoverschrijdende project slaan België en Nederland met Europese steun de handen ineen. In Gent nadert een proeffabriek zijn voltooiing en in Terneuzen wordt druk gebouwd aan een opleidingscentrum.

„Er zit een lacune in de stap van wetenschap naar productie”, zegt directeur prof. Wim Soetaert. „Met Bio Base Europe willen we knowhow ontwikkelen én procesoperatoren voor de biogebaseerde economie opleiden.”

De proeffabriek in Gent, gevestigd in een voormalige brandweerkazerne, moet in december operationeel zijn. De ”pilot plant” gaat experimenteren met het omzetten van agrarische bijproducten en gewassen (bijvoorbeeld tarwestro, maiskolven en houtsnippers) tot nuttige bioproducten (zoals biobrandstof en bioplastics).

Ook kunnen bedrijven er terecht voor onderzoek, zegt Soetaert. „Innovatief en vertrouwelijk, en op semi-industriële schaal. Zo kunnen ze niet alleen testen of hun processen technisch haalbaar zijn, maar óók of ze economisch rendabel zijn en marktpotentieel hebben.”

Volgens Soetaert is er al contact met een aantal bedrijven dat proeven wil doen.

www.bbeu.org

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer