Stutpalen onder een wankele Europese eenheidsmunt
BRUSSEL – De schuldencrisis in euroland vormt vanavond en morgen het hoofdgerecht op het menu tijdens de top van EU-regeringsleiders in Brussel. Om de druk op de euro te pareren zullen diverse opties, aan tafel of in de wandelgangen, de revue passeren. Tegen sommige bestaat grote weerstand, maar als de crisis iets leerde, dan is het wel dat druk álles vloeibaar maakt.
Blijvend noodfonds
De EU heeft begin mei een noodfonds in het leven geroepen. Eurolanden die in problemen verkeren en geen geld meer kunnen aantrekken op de kapitaalmarkt, mogen een beroep doen op leningen. Tot dusver heeft alleen Ierland langs deze weg steun gekregen. Voor Griekenland geldt een afzonderlijke regeling. Het stabiliteitsfonds heeft echter slechts een tijdelijk karakter. Halverwege 2013 wordt het opgeheven. Daarom praten de regeringsleiders nu over de invoering van een permanente voorziening voor na die tijd.
Aangepast verdrag
Strikt gezien laat het Verdrag van Lissabon een hulpoperatie voor een euroland dat in moeilijkheden raakt niet toe. Daardoor dreigen er in Duitsland grote juridische problemen. Het constitutioneel hof in Karlsruhe zou wel eens afwijzend kunnen oordelen over de noodregeling. Tegen die achtergrond loopt bondskanselier Merkel voorop bij het bepleiten van een verdragswijziging die alsnog de weg opent voor zo’n reddingsmechanisme.
Daarbij mag het niet zo gaan dat lidstaten van de gelegenheid gebruikmaken om nog meer wensen voor aanpassingen van ‘Lissabon’ naar voren te brengen en dat er daardoor lange onderhandelingen volgen. Ook wordt gezocht naar een aanpak die verhindert dat een of meer regeringen een referendum organiseren over de beoogde aanpassing. Bij zo’n volksraadpleging willen de burgers zich immers wel eens tegen de EU keren, heeft de ervaring geleerd.
De belegger betaalt
Tot dusver kende het eurogebied geen land dat niet meer aan zijn verplichtingen kon voldoen en zijn staatsleningen niet of slechts gedeeltelijk afloste. Met name Duitsland dringt echter aan, tot schrik van beleggers, op de mogelijkheid dat obligatiehouders, via het afstempelen van de waardepapieren die zij bezitten, meebetalen aan het saneren van de schuld van een land. Waarschijnlijk bekrachtigen de regeringsleiders morgen dat zij vanaf 2013 van geval tot geval bekijken of die optie wordt toegepast.
Noodfonds oppompen
Het tijdelijke noodfonds omvat 750 miljard euro. Ierland ontvangt daarvan de komende tijd 67,5 miljard. Er is dus nog veel geld over. Maar als ook grote landen zoals Spanje en Italië een beroep moeten doen op de pot, zal die wellicht toch ontoereikend zijn. Daarom klinkt er van diverse zijden, waaronder ECB en IMF, de oproep tot een forse vergroting van het beschikbare bedrag.
Betrokkenen redeneren dat dit een stevig signaal vormt richting de financiële markten van de vastberadenheid bij de politiek om de eurozone niet ten onder te laten gaan.
Het is echter maar zeer de vraag of goed presterende landen zoals Duitsland en Nederland er wel voor voelen om zich voor nóg grotere bedragen garant te stellen voor hulp aan zwakke broeders in de muntunie.
Schulden mixen
Diezelfde weerstand leeft bij Nederland en Duitsland ook over een andere oplossing voor de eurocrisis die dezer dagen de ronde doet: de introductie van euro-obligaties. Dit houdt in dat een belangrijk deel van de schulden van alle eurolanden in een grote mixer worden gestopt om het mengsel dat resteert als één product op de financiële markten aan te bieden.
Het gevolg zal zijn dat de torenhoge rentes die landen zoals Griekenland, Ierland, Spanje en Portugal op dit moment over hun schulden moeten betalen, verleden tijd zijn. Keerzijde is evenwel dat financieel solide landen hun extreem lage rentes juist zullen zien stijgen.
Fiscaal samensmelten
Voor de echte eurofielen is het allang duidelijk: de huidige problemen rond de euro waren er nooit geweest als destijds niet alleen de keuze was gemaakt voor één gezamenlijke munt, maar ook voor één gezamenlijk begrotingsbeleid. Zo’n ”fiscale unificatie” binnen de eurozone was tot nog toe echter voor veel landen, waaronder Duitsland, onbespreekbaar. Opvallend was het daarom dat juist de Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, begin deze week liet doorschemeren dat om de euro te redden werkelijk alles geoorloofd is, zelfs een vergaande budgettaire samensmelting.
Geldpers laten draaien
Veel economen reageerden onlangs afwijzend op de maatregel van de Amerikaanse centralebankvoorzitter Ben Bernanke om 600 miljard dollar (452 miljard euro) aan staatsobligaties op te kopen om daarmee de kwakkelende economie aan te zwengelen. Dat doen we in Europa niet, was de gedachte.
Toch heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de laatste maanden eveneens aanzienlijke bedragen (al ruim 72 miljard euro) gepompt in schuldpapier van landen zoals Ierland, Portugal en Griekenland. Doel is daarmee de hoge rentes die deze landen moeten betalen ietwat te drukken en tevens te voorkomen dat de handel in leningen van deze landen geheel bevriest.
Om niet het verwijt te krijgen de geldpers te laten draaien, is al dit geld tot nog toe overigens keurig weer ‘opgedweild’ door de ECB door banken te vragen eenzelfde bedrag vrijwillig te stallen. Grote vraag is of banken de kooplust van de ECB op deze wijze zullen blijven faciliteren.
Daarnaast zijn de zakken van de ECB niet oneindig diep. Om nieuwe aankopen te financieren en de te verwachten verliezen hierop te dekken, moet de centrale bank daarom binnenkort met de pet rond bij de eurolanden, stellen ingewijden.