Walgelijk
De omvangrijke kinderzedenzaak in Amsterdam die zondag in de openbaarheid kwam, roept grote weerzin op. Vaststaat dat tientallen kinderen door een pedofiele oppas zijn misbruikt en foto’s van deze hulpeloze peuters wereldwijd verspreid via internet.
Wie zich als volwassene op deze manier vergrijpt aan kinderen moet wel een perverse geest hebben. Dat gedrag roept bij bijna iedereen walging op. Bekend is dat veroordeelden wegens misbruik in gevangenissen nauwelijks worden geaccepteerd. En dat zegt wel wat.
Behalve aversie jegens de plegers van kindermisbruik roept de zaak in Amsterdam deernis op met de jonge slachtoffers en hun ouders. Dat is niet alleen vanwege de jonge leeftijd van de slachtoffers. Bekend is dat de psychische effecten van het misbruik vaak pas na jaren goed zichtbaar worden. Het is daarom van het grootste belang om nu en in de toekomst de getroffenen met de veel zorg te omringen.
Doordat de gevoelens van afkeer jegens de dader en van deernis met de slachtoffers hoog opspelen, is het gevaar nu met grote spoed allerlei dingen te roepen en te gaan organiseren. Dat is niet verstandig. Emotionele beslissingen missen vaak een kwaliteitskeurmerk.
Zo is het een verstandige beslissing van de Kamer om voorlopig geen spoeddebat over deze zaak te houden. De partijen willen politie en justitie in alle rust hun werk laten doen. Het risico van een Kamerdebat op dit moment is ook dat er onder invloed van de omstandigheden allerlei onhaalbare voorstellen worden gedaan. Daarmee is het oplossen van de Amsterdamse zedenzaak niet gediend. Overigens zou het geen kwaad kunnen als de volksvertegenwoordiging wel een vorm van medeleven zou betonen aan de kinderen en hun ouders. Dat zou ook duidelijk maken dat het in de politiek niet alleen gaat om zaken maar ook om mensen.
Die voorlopige radiostilte betekent niet dat een debat op een later moment achterwege moet blijven. Er zijn immers wel degelijk verbeterpunten in de kinderopvang waardoor de kans op herhaling van zo’n zedenzaak verkleind kan worden.
Een punt is dat er tot nu toe een goed kwaliteitskeurmerk in de kinderopvang ontbreekt. Daar zou men toch serieus werk van moeten maken, al is duidelijk dat het bezit van zo’n label geen garantie is dat er zich nooit meer een zedenzaak zal voordoen. Adequaat toezicht is daarbij onmisbaar.
Een belangrijk verbeterpunt is de toelating van personeel. Het is geen oplossing om nu te roepen dat alleen vrouwen dit werk mogen doen. Er zijn zeker ook mannen die op integere wijze hun werk in de kinderdagverblijven verrichten.
Wel zou er meer onderzoek gedaan moeten worden naar de achtergrond van sollicitanten. Nu wordt er alleen gekeken naar opleiding en vraagt men een verklaring van goed gedrag. Maar die garandeert alleen dat een kandidaat niet met justitie in aanraking is geweest. Het invoeren van een uitgebreid antecedentenonderzoek is bepaald geen overbodige luxe voor een vertrouwensfunctie waarbij men met kwetsbare kinderen omgaat.