Kerk moet pleiten voor limiet van 100 kilometer per uur
De maximumsnelheid op autosnelwegen gaat van 120 naar 130 kilometer, staat in het regeerakkoord. Prof. dr. Herman Noordegraaf vindt dat kerken juist een verlaging moeten bepleiten. Verkeersgedrag heeft alles te maken met ons geloof.
De maximumsnelheid van 100 kilometer per uur werd in 1974 ingevoerd tijdens de oliecrisis. Arabische staten hadden Nederland met een olieboycot getroffen wegens zijn steun aan Israël. De invoering was onderdeel van een pakket maatregelen dat het benzinegebruik moest terugdringen vanwege de daling van de invoer van aardolie.
Het zal nog bij weinigen bekend zijn, maar in die tijd bemoeiden de kerken zich intensief met verkeersvraagstukken. Een open brief in 1973 over de verkeers(on)veiligheid kreeg veel bijval. Het initiatief werd opgepakt door de landelijke Raad van Kerken, die de brochure ”Op weg, maar hoe?” publiceerde. Ten behoeve van de politieke discussie verscheen bovendien een ”Verkeersmanifest”.
Beide publicaties namen krachtig stelling tegen de onverschilligheid over verkeersslachtoffers. Zij doen een beroep op de verschillende sectoren van de samenleving om de verkeersveiligheid te vergroten en de positie van de zwakke verkeersdeelnemers te verbeteren. De oliecrisis vestigde de aandacht op het energievraagstuk – vandaar dat dit ook nadrukkelijk aandacht kreeg. Bij acties uit diezelfde tijd, zoals die voor een Nieuwe Levensstijl, vinden we sterke pleidooien voor het gebruik van de fiets en van het openbaar vervoer.
Ook in de jaren 70 en later werd een verhoging van de maximumsnelheid bepleit. Terecht heeft de Raad van Kerken zich daar steeds tegen uitgesproken vanwege de milieuaspecten (luchtvervuiling en geluidshinder), het toenemende aantal verkeersslachtoffers en de noodzaak om het energieverbruik terug te dringen. In 1988 werd de maximumsnelheid toch verhoogd naar 120 km/u, zij het met intensivering van de snelheidscontrole.
Waarom diep ik deze feiten op? Omdat het voornemen om de maximumsnelheid te verhogen een verwerpelijk voorstel is om de zojuist genoemde redenen. Het aantal verkeersslachtoffers en de nadelige milieueffecten zullen toenemen als de snelheidsgrens wordt opgetrokken.
In het regeerakkoord staat dat een lagere maximumsnelheid dan 130 kilometer zal gelden als de luchtkwaliteit, de geluidsbelasting of de verkeersveiligheid dit nodig maken (het punt van het energiegebruik wordt niet genoemd). Als men deze punten serieus neemt, moet men echter helemaal niet tot verhoging overgaan.
Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn twee kernbegrippen uit de christelijke geloofstraditie en wel in onderlinge samenhang. Vrijheid die niet verbonden wordt met de inzet voor medemensen is Bijbels gezien verwerpelijk. Invoering van de 130 kilometergrens is daarvan een voorbeeld.
Kerken zouden weer eens duidelijk moeten maken dat ons verkeersgedrag alles te maken heeft met ons geloof: de fiets en het openbaar vervoer gebruiken als het maar even kan en een beheerste rijstijl met maximaal 100 kilometer per uur.
De auteur is hoogleraar diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit. Deze bijdrage is overgenomen van www.protestant.nl.