Veel te weinig geld voor dijken
DEN HAAG – Het Rijk komt de komende tien jaar miljarden euro’s tekort om alle ambities op het gebied van waterveiligheid te realiseren.
Dat heeft staatssecretaris Atsma (Water) maandag in een debat toegegeven aan een bezorgde Tweede Kamer.
Onder meer ChristenUnie en SGP kaartten het dreigende tekort aan. Atsma zei hun dat hij de komende tijd de financiële consequenties van alle plannen en ambities op een rijtje wil zetten, zodat duidelijk is om hoeveel geld het gaat en welke keuzes er moeten worden gemaakt. Het duurt echter nog wel tot het voorjaar voordat de rekensommen zijn gemaakt.
Uit de losse pols kon de staatssecretaris alvast wel aangeven dat het tekort voor de periode tot 2020 „eerder in de richting van enkele miljarden euro’s dan enkele honderden miljoenen euro’s” gaat.
Atsma erkende dat de situatie hem ook zorgen baart, hoewel nog niet alle feiten boven tafel zijn. Extra geld komt wat hem betreft behalve van de rijksoverheid ook van lagere overheden en mogelijk van samenwerking met het bedrijfsleven.
Veel waterveiligheidsprojecten lopen rond 2014 en 2015 af. Met ingang van 2020 zijn ook afspraken gemaakt om een miljard per jaar in het zogenoemde Deltafonds te storten. Voor de tussenliggende periode echter is bijna niets geregeld. Zo is voor de geplande vernieuwing van de Afsluitdijk slechts de helft van het benodigde bedrag gereserveerd.
SGP’er Dijkgraaf sprak zijn twijfels uit over nut, toekomstvastheid en veiligheid van de voorgestelde bypass in de IJssel bij Kampen. „Ik vraag de staatssecretaris samen met de betrokken overheden nog eens goed te kijken naar het financiële plaatje”, aldus Dijkgraaf. „Is het niet verstandig om een stap terug te doen en te kiezen voor het eenvoudige referentiealternatief?”
Enkele oppositiepartijen trokken in het debat fel van leer tegen Atsma omdat het kabinet de Haringvlietsluizen voorlopig nog gesloten wil houden. Tien jaar geleden werd nog besloten de sluizen op een kier te zetten, waardoor ter plekke een natuurlijker overgang zou komen van zout naar zoet water. Ook zouden daardoor meer vissoorten tot in Duitsland, Frankrijk en Zwitserland kunnen komen. Die landen hebben al tal van aanpassingen gedaan aan hun rivieren om het vissen mogelijk te maken stroomopwaarts te zwemmen.
Atsma gaat met hen overleggen over eventuele alternatieven voor het openzetten van de Haringvlietsluizen.