Dat blijkt vrijdag uit een studie van Wageningen Universiteit (WUR) in opdracht van het Wereld Natuur Fonds (WNF). De opname van meer fijnstof en stikstof komt doordat er bij een open verbinding een andere natuurlijke begroeiing ontstaat, met name wilgenbossen. Tegenover een hogere opbrengst voor de visserij, staat een langere opbrengst voor de landbouw bij het openstellen van de zee-arm.

Het WNF komt mede op basis van de studie met een model voor een open Haringvliet in het rapport Met Open Armen. Essentieel daarin is het herstel van de natuurlijke zoet-zout-verbinding. De huidige, dichte waterkering maakt in het plan plaats voor dijken. Extra brede klimaatdijken wel te verstaan. Volgens de organisatie is het veiligheidsniveau van een open Haringvliet even hoog als van een dichte zee-arm.

De Haringvlietkering heeft een beperkte levensduur, nog voor het midden van de eeuw zijn grote investeringen nodig om de veiligheid te garanderen, stelt het WNF. Omdat Nederland koploper in de wereld is op het gebied van deltatechnologie vormen oplossingen die veiligheid, natuurontwikkeling en economische ontwikkeling combineren, een groeiende internationale markt.

Daarom vindt het WNF herinrichting van het Haringvliet een uitstekende kans voor innovatieve oplossingen. Daarbij moeten veiligheid en herstel van het natuurlijk systeem samengaan. Het fonds zou graag zien dat de Haringvlietkering op korte termijn alvast op een kier open komt te staan.