Kind en kunst
Dat het stemgeluid van een kind in een naburige tuin een keerpunt betekende in het leven van de kerkvader Augustinus zal de meeste lezers van deze krant bekend zijn, mag ik hopen. Kennelijk was deze aansporing uit een kindermond het laatste duwtje dat hij nodig had om te breken met zijn oude bestaan.
Het had ook anders kunnen gaan. Meestal zijn wij als volwassenen niet erg genegen om ons door kinderen te laten vermanen. Dat neemt niet weg dat zij soms rake opmerkingen kunnen maken die de moeite van het overwegen meer dan waard zijn. Dat werd mij enige tijd geleden nog weer eens goed onder de neus gewreven.
Pannenkoeken
Ieder jaar gaan wij rond mijn verjaardag met kinderen en kleinkinderen een dagje naar de dierentuin. Die dag wordt traditioneel afgerond met het eten van pannenkoeken en als we aan tafel zitten worden mij –het is immers een uitje ter gelegenheid van mijn verjaardag– cadeaus overhandigd. Doorgaans zitten daar behalve door de kleinkinderen gemaakte tekeningen of knutselwerken een of meer boeken bij. Ook bij de gelegenheid waar ik hier op doel, was dit het geval.
Nadat de cadeaus waren uitgepakt en ik de kleinkinderen lof had toegezwaaid voor hun creatieve inspanningen, begonnen we aan de maaltijd. Terwijl ik me ingespannen bezighield met het zorgvuldig doorsnijden van het spek zonder dit uit de pannenkoek los te scheuren, klonk naast mij de stem van een van mijn kleindochters: „Opa, vind jij zulke boeken mooi?” Er klonk een zeker misprijzen in haar intonatie en ik haastte me dan ook te kijken naar het boek dat kennelijk haar bijzondere belangstelling had gewekt.
Op de omslag prijkte een reproductie van een uit 1592 daterend schilderij van Cornelis van Haarlem met als titel ”De zondeval”. Het toont het voor dit onderwerp gebruikelijke tafereel van Adam en Eva aan weerszijden van de boom der kennis van goed en kwaad, in de boom de slang, en het geheel verder rijk voorzien van dieren van allerlei aard. Door te googelen op de naam van de schilder en de titel van het schilderij kunt u desgewenst zelf kennisnemen van het desbetreffende tafereel. Als u dit doet, zult u zien dat Adam en Eva letterlijk weinig om het lijf hebben. Slechts enige blaadjes dienen als bedekking.
Goed en kwaad
Het was duidelijk dat mijn kleindochter het maar een rare plaat vond. De eerlijkheid gebiedt me te erkennen dat ik niet goed wist hoe hierop te reageren en ik zag al voor me hoe ze haar schooljuf in geuren en kleuren zou gaan vertellen dat haar opa boeken leest met blote mensen op de kaft. Hoe kon ik haar uitleggen dat ik het boek niet had gevraagd vanwege de omslag, maar vanwege de inhoud: een joodse visie op de redelijkheid van geloven?
Voor de auteur van genoemd boek lag deze illustratie voor de hand: door het eten van de boom der kennis van goed en kwaad verkrijgt de mens drang naar kennis, moreel besef (vandaar de schaamte) en het vermogen om te geloven. Rede en geloof zijn gelijkwaardige delen van de menselijke persoonlijkheid en een evenwichtig denkend mens biedt aan deze twee gevolgen van de zondeval alle ruimte. Ik had niet de illusie dat ik mij met deze discutabele uitleg van Genesis 3 in de ogen van mijn kleindochter zou kunnen rehabiliteren.
Schilderkunst
Het voorval was daarentegen voor mij wel een aanleiding om nog eens na te denken over onze houding tegenover afbeeldingen van naakte of schaars geklede mensen. We maken, terecht, bezwaar tegen confronterende reclameposters op billboards en afbeeldingen van weinig verhullende lingerie in de diverse catalogi die wekelijks in onze brievenbussen worden gedeponeerd. Maar met naakt in de schilderkunst gaan we heel anders om.
Rembrandts schilderij van Bathseba en zijn werk ”Danae”, dat in de Hermitage in de Russische stad Sint-Petersburg hangt, worden beschouwd als meesterstukken in de schilderkunst. De meesten van ons zouden vreemd opkijken als iemand de mening naar voren bracht dat dit pornografische afbeeldingen zijn die niet publiekelijk tentoongesteld behoren te worden.
En de gulden middenweg van de paus die opdracht gaf de vele naakten in de Sixtijnse Kapel te fatsoeneren door hen op gevoelige plekken van een lik verf te voorzien, heeft al evenmin veel bijval gevonden. In onze musea blijven de schilderijen van Rembrandt, Rubens en vele anderen open en bloot onderwerp van bestudering en bewondering.
Kennelijk hebben we als volwassenen het vermogen ontwikkeld om het naakt in de schilderkunst te bekijken zonder dat we daarbij de emotionele lading ervaren die ons parten speelt bij seksueel getinte reclames. Of dat een prijzenswaardige eigenschap is die we onze kinderen moeten bijbrengen of een betreurenswaardige afstomping waarvoor we hen moeten behoeden, lijkt me een vraag waarover nog eens wat dieper zou kunnen worden nagedacht.
Met dank aan mijn kleindochter voor haar aanzet hiertoe. Het hier beschreven voorval heeft onze relatie gelukkig niet beschadigd.
De auteur is hoogleraar klinische pathologie aan het UMC St Radboud te Nijmegen. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl