„Gigantische intimidaties” bij TNT Post
BENTHUIZEN – De post zit in zijn bloed. Benthuizenaar Ries Havenaar (57) is na 37 jaar zo ongeveer getrouwd met TNT Post. Maar datzelfde bedrijf heeft zijn werkplezier flink vergald. Aan staken wilde hij nooit denken, maar nu wil zelfs dat niet langer uitsluiten.
Een trauma. Dat hield Havenaar naar eigen zeggen over aan de nieuwe, strakke koers die de leiding van TNT Post vaart. Twee jaar geleden kreeg hij een tenlastelegging van het bedrijf in de bus. Een waarschuwing, omdat hij zijn werk niet volgens de nieuwe regels deed. De reden: Havenaar had de telefoon op het productiebedrijf van TNT Post in Zoetermeer niet binnen tien keer overgaan opgenomen. „We hebben het uitgerekend: dan praat je over vijftien seconden. De brief was helder. Als het niet zou verbeteren, kon ik gaan.” Het is dit soort dingen dat de werksfeer voor Havenaar hebben „verziekt”, zegt hij zelf. „Deze kwesties spelen al enkele jaren. Het zijn pesterijen; het zijn gigantische intimidaties die ik aan den lijve heb ervaren. Eerst proberen ze je op een fatsoenlijke manier het bedrijf uit te bonjouren, daarna gaan ze op pietluttige dingen letten.”
Havenaar is gepokt en gemazeld binnen de posterijen. De eerste jaren liep hij als besteller langs de deuren, later kwam hij op diverse andere posten terecht. „Het was echt een beroep, ik heb erin gelééfd.” Tegenwoordig is hij voor de helft van zijn tijd medewerker bij de kamer waar aangetekende stukken worden verwerkt; de andere helft is hij koster van de gereformeerde gemeente in zijn woonplaats Benthuizen.
De manier waarop TNT Post de laatste jaren veel functies heeft opgeheven, zet bij Havenaar en veel collega’s kwaad bloed.
„Ik ben chauffeur geweest, totdat die tak werd aangepakt. Ik werd wagenparkbeheerder, maar die functie is ook al weg. Alle afdelingen moeten eraan geloven, totdat alleen nog vrouwen, oude mensen en kinderen met de post lopen. Dáár zijn ze op uit.” Niet gek dus dat veel van zijn collega’s nu naar het uiterste middel van staken grijpen, vindt Havenaar. Toch doet hij zelf niet mee. Nóg niet. „Ik worstel daarmee. Gods Woord verbiedt het me om in opstand te komen. Maar met opstand leg ik een verband met stakingen die bedrijven kapotmaken voor een paar procent meer salaris, en dat probleem speelt hier niet. Het gaat om andere dingen. Het gaat om collega’s van in de veertig die een gezin hebben, die nergens anders meer worden aangenomen en die straks op straat komen te staan zonder dat er een regeling is.”
De huidige staking laat Havenaar aan zich voorbijgaan omdat hiermee „de boel kapotgestaakt wordt.” „Na sinterklaas gaan de mensen kaarten sturen, dan moet je niet staken.” Maar of hij volgende maand, als die reden niet meer speelt, nog afzijdig zou blijven? „Ik zou het zo lang mogelijk proberen uit te stellen. Ik voel wel dat ik niet ben opgevoed met de gedachte dat je gewoon meedoet met staken. Maar ik zeg niet dat een christen nooit kan staken. Je bent er makkelijk klaar mee als je zegt dat ik m’n andere wang moet toekeren als ik een klap krijgt. Hier speelt veel mee. Ik denk niet dat je alles over je kant hoeft te laten gaan.”