De verklaring was een waarschuwing aan het adres van Laurent Gbagbo, de vorige president van Ivoorkust die weigerde de officiële resultaten van de presidentsverkiezingen van 28 november te accepteren en zichzelf wederom tot president liet beëdigen. De raad dreigde met sancties „tegen personen die het vredesproces proberen te verstoren”.

De verklaring was omzichtig geformuleerd om aan de eisen van Rusland te voldoen, die meent dat de VN niet moeten bepalen wie een verkiezing wint. Met de verklaring van de Veiligheidsraad was de internationale erkenning van Ouattara rond. Eerder verklaarden de Afrikaanse Unie, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas), de VS, de EU, leidende financiële instellingen en VN-chef Ban Ki-moon achter Ouattara te staan.

Gbagbo, die sinds 2000 president was, lijkt echter nog van geen wijken te weten. Het leger en de staatstelevisie heeft hij nog in zijn macht. Gbagbo verblijft nog in het presidentiële paleis in Abidjan, terwijl de regering van Ouattara in een hotel zit, bewaakt door VN-militairen.

Premier Guillaume Soro van Ouattara heeft gewaarschuwd dat hij enkele duizenden strijders van zijn voormalige rebellenorganisatie de Nieuwe Krachten kan inzetten als Gbagbo niet opstapt. Maar hij benadrukte: „We zijn nog niet in de fase dat we geweld gebruiken.” Soro was leider van de rebellenbeweging uit het islamitische noorden die streed tegen regeringsmilitairen uit het christelijke zuiden.

De christelijke bevolkingsgroep in het zuiden heeft lang de macht in handen gehad en claimt de inheemse bevolking te zijn. In de wet zijn in de loop der jaren veel obstakels voor noorderlingen vastgelegd, onder meer ten aanzien van het staatsburgerschap en recht op eigendom. Deze splijtzwam leidt steeds vaker tot ernstige crises in het land. Ruim zeven jaar geleden was er een burgeroorlog. Velen vrezen nu een vervolg daarop.