Geen verzachtende omstandigheden, wel medemenselijkheid
Er zullen meer resocialisatieprogramma’s opgezet moeten worden, waarbij het welzijn van de medemens centraal staat, zegt E. van Hell in reactie op een bericht over de maatschappelijke schade die draaideurcriminelen jaarlijks aanrichten.
De gemiddelde verslaafde draaideurcrimineel richt jaarlijks voor 487.500 euro aan maatschappelijke schade aan. Dat was het bericht in Sp!ts en het Reformatorisch Dagblad. In beide kranten was het op 8 mei voorpaginanieuws. De informatie kwam uit het jaarverslag van de regiopolitie Utrecht over het jaar 2002.
Bas
De volgende dag konden de lezers van het RD het verhaal lezen van Bas. Hij zou behoren tot de bovengenoemde groep mensen, ware het niet dat hij zijn leven heeft willen en kunnen veranderen. Bovendien was het gelukkig voor hem dat hij deze beslissing heeft genomen in 2001. Nu kan hij zijn programma afmaken, want als het aan de minister van Justitie ligt, worden dergelijke projecten stopgezet.
Uit cijfers die de voorpagina niet halen, weten we dat 70 procent van de populatie die in de gevangenis zit, meermalen in aanraking is gekomen met justitie.
Instellingen als Exodus, Ontmoeting en Gevangenenzorg Nederland ontvangen geen structurele subsidie voor hun activiteiten onder (ex-)gedetineerden. Dankzij de inzet van enkele fracties binnen de Tweede Kamer hebben de eerste twee instellingen voor 2002 en 2003 subsidie ontvangen. Gelukkig voor Bas. De minister van Justitie heeft nog niet het voornemen om deze subsidie voort te zetten. Onbegrijpelijk, aangezien bekend is dat 80 procent van de bewoners die het programma binnen Exodus of Ontmoeting hebben doorlopen, niet meer in aanraking komt met justitie. Willen we in Nederland dus iets doen om het aantal draaideurcriminelen te verminderen, dan zullen er meer resocialisatieprogramma’s opgezet moeten worden, waarbij het welzijn van de medemens centraal staat.
Veelplegers
Uiteraard hoop ik van harte dat lezers van Sp!ts en het RD door het bericht over de kosten van de draaideurcriminelen extra gestimuleerd zijn om zich in te zetten voor het werk onder (ex-)gevangenen en verslaafden. Ik ben realistisch genoeg om te denken dat de praktijk anders is.
Van een instituut als de politie kan ik begrijpen dat ze dergelijke cijfers opnemen in een jaarverslag, ook al vraag ik me af wat de functie hiervan is. Toch enig begrip, want de politie heeft het moeilijk genoeg met deze groep veelplegers. Het zijn ook geen lieverdjes. Maar… welke RD-lezer is dat wel, op grond van Gods Woord?
Ik ben bang dat het bericht door velen anders is gelezen. Reken erop dat een dergelijk bericht inslaat. Mensen kunnen erover praten en de medemens nog verder de grond in trappen. Die verslaafde junk is lastig, want hij kost de maatschappij te veel. Zo worden de kansen voor degenen die uit de gevangenis komen kleiner en kleiner. Gevolg: toename van het aantal draaideurcriminelen.
Overspelige vrouw
Gelukkig is een deel van de Nederlandse bevolking bewogen met het lot van de medemens. Ik denk aan mensen die zich inzetten voor het welzijn van de verslaafden, de criminelen, de mensen aan de rand van de samenleving. Ik denk aan mensen die zich inzetten om, geheel vrijwillig, gevangenen te bezoeken in de gevangenis.
Gelukkig zijn er heel veel mensen die het werk onder deze groep mensen steunen.Gelukkig hebben we in een krant als deze een medium om mensen te waarschuwen voor de macht van het geld. Niet het economisch principe mag de overhand krijgen in ons handelen. Het christelijk principe moet het uitgangspunt zijn.
Denk eens aan de wijze waarop de Heere Jezus de overspelige vrouw behandelt. Ik denk dat zij ook een veelpleger is geweest. Jezus was Degene Die het recht had om de steen te werpen, want Hij was werkelijk „zonder zonde.” Hij deed het echter niet, maar zei tegen haar: „Ga heen, en zondig niet meer.” Conclusie: We moeten ons vertoornen over de zonde, maar we mogen de zondaar nooit verwerpen. Paulus roept de gemeente op: „Dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was.”
In Christus
Ik ben geschrokken van het artikel op de voorpagina’s. Niet vanwege de inhoud, maar vanwege het afschuwelijke effect dat dit zal hebben voor de zondaar, voor de mens die zich achter de draaideurcrimineel verbergt… en wellicht nog meer zal gaan verbergen. Het gevaar is zo groot dat deze mensen buiten de gevangenis niet meer welkom zijn. Ik pleit niet voor verzachtende omstandigheden, maar ik pleit voor medemenselijkheid. Wanneer we die vanuit het christelijke motief tonen, zullen we ervaren dat dit ontzettend moeilijk is. Vijanden liefhebben, inbrekers, junks, verslaafden, moedwillige zondaren liefhebben (omdat het mijn naasten zijn), is een onmogelijke opgaaf.
Het kan helpen wanneer we meer weten over iemands achtergrond. Op deze wijze ontstaat er meer begrip. Maar de opdracht blijft overeind staan om de naaste lief te hebben als onszelf, ongeacht iemands achtergrond. Wanneer we dat doen vanuit het besef dat we dat niet zonder de verbondenheid met Christus kunnen, ontstaat er christelijke zorg en opvang. Met elkaar moeten we ervoor zorgen dat dit gestalte kan blijven krijgen en nog meer gestalte krijgt in de Nederlandse samenleving.
De auteur is directeur van stichting Ontmoeting.