„Zorginspectie moet efficiënter werken”
DEN HAAG (ANP) – De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) moet efficiënter gaan werken. De vragenlijsten die de inspectie hanteert om het risico op onveilige situaties te schatten, leveren onvoldoende informatie op. Ook duurt de verwerking van de gegevens te lang. Daardoor verstrijkt te veel tijd voordat inspecteurs op pad gaan, als de feiten daarvoor aanleiding geven.
Dat staat in een woensdag gepubliceerd rapport van Nivel. Het onderzoeksinstituut voor de gezondheidszorg vindt het goed dat de IGZ zich de laatste jaren is gaan toeleggen op zogenoemd gefaseerd toezicht, dat erop gericht is risico’s op te sporen en goed functionerende instellingen zo veel mogelijk met rust te laten. „Je kunt niet achter elke zorgverlener een inspecteur zetten”, aldus onderzoeker Roland Friele.
De onderzoekers stellen vast dat sinds de inspectie in 2000 met die werkwijze begon, veel is verbeterd. In elk geval werkt de IGZ nu overal in het land op dezelfde manier. Zorgverleners weten daardoor waar zij aan toe zijn. Maar het toezicht kan volgens Nivel nog steeds beter. „De inspectie is ervoor om daar waar het niet goed dreigt te gaan, handelend op te treden. Daar is ze een eind in gekomen, maar ze is er nog niet”, aldus Friele.
De onderzoekers zijn vooral kritisch over het toezicht op individuele zorgverleners, zoals huisartsen. De vorm van toezicht die wordt gebruikt bij grotere organisaties als ziekenhuizen en verpleeg- en verzorgingshuizen, is daarvoor niet geschikt. Het ontbreekt bij de IGZ aan een goede methode om ook in de huisartsenzorg risico’s ten aanzien van de kwaliteit en veiligheid bloot te leggen, aldus Nivel.
De IGZ, die samen met het ministerie van Volksgezondheid opdracht had gegeven tot het onderzoek, liet weten blij te zijn met de aanbevelingen van Nivel. Die bieden volgens de toezichthouder concrete handvatten om de kwaliteit en effectiviteit van het gefaseerd toezicht te verbeteren.