Motorinspecteur bekort file
ROTTERDAM – Rijkswaterstaat wil in het komende anderhalf jaar veel vaker motoren inzetten om ongevallen op snelwegen tijdens de spits af te handelen. Rijkswaterstaat Zuid-Holland deed een succesvolle proef, die nu landelijke navolging krijgt.
Iedere minuut die een weginspecteur van Rijkswaterstaat eerder op de plaats van het ongeval is, scheelt drie minuten file aan de achterkant.
Doordat inspecteurs op de motor sneller aanwezig zijn op de plaats van het ongeval dan collega’s in auto’s, lossen files achter het ongeluk in veel gevallen sneller op. De motoren hebben vooral voordeel tijdens de spits omdat zij niet achter aan hoeven te sluiten, maar tussen de auto’s door kunnen rijden.
Ook op wegen waar geen vluchtstrook is of spitsstroken zijn, hebben de motoren een duidelijk voordeel. „Tien minuten eerder ter plaatse, betekent achter aan de file een halfuur minder lang wachten”, aldus Sjef Verboekend, teamleider van de weginspecteurs.
Rijkswaterstaat liet onderzoeken of inspecteurs op de motor daadwerkelijk sneller zijn. Een onafhankelijk bureau concludeerde naar aanleiding van de proef in Zuid-Holland en Utrecht dat met inspecteurs op de motor de doorstroming verbetert.
Overigens is de tijdwinst buiten de spits minimaal. Bovendien bewijzen de motoren vooral hun waarde bij minder grote incidenten waarbij geen gewonden zijn gevallen. De tweewielers kunnen de auto’s daarnaast niet vervangen; ze zijn puur bedoeld om de eerste veiligheid en doorstroming te garanderen na een ongeval.
In de wegenruit rond Rotterdam rijden momenteel acht weginspecteurs op vier motoren. Ook in de regio Utrecht wordt gebruikgemaakt van een motor.
In de komende anderhalf jaar moeten door heel Nederland circa 35 motoren worden ingezet, vooral op plaatsen waar drukte valt te verwachten. Dat is bij de grootste steden Amsterdam en Rotterdam, maar ook bij Arnhem, Nijmegen en op plaatsen waar evenementen worden gehouden. Daarvoor moet Rijkswaterstaat nog wel honderd inspecteurs opleiden.
Rijkswaterstaat werkt bij ongevallen samen met de hulpdiensten om files zo kort mogelijk te houden. Dat gebeurt volgens het zogeheten incidentmanagement; beleid dat in werking treedt als er een ongeluk gebeurt of wanneer er door een andere oorzaak onverwachte files ontstaan. De afspraken zijn gericht op de eigen veiligheid van de hulpverlener, de verkeersveiligheid, adequate hulp aan de slachtoffers, de beheersing van de schade en de mogelijkheid om door sporenonderzoek vast te stellen wie schuldig is.
De hulpdienst die als eerste bij een ongeluk arriveert, moet eerst zes maatregelen nemen om de situatie veiliger te maken, ook wel bekend als de zes v’s. Die variëren van het creëren van een veiligheidsruimte tot het activeren van de verkeerssignalering en het vrijhouden van de aan- en afvoerroute.
Ook kan Rijkswaterstaat, afhankelijk van de situatie, een tekstwagen inzetten en omleidingen regelen.