Klap na klap voor pluimveesector
De pluimveesector krijgt klap na klap. FNV Bondgenoten vreest dat er door de vogelpest minstens 1000 banen verloren gaan bij de broederijen, fokkerijen en legbatterijen. Tot voor kort telden deze bedrijven samen circa 2500 werknemers. Voorzitter J. Wolleswinkel van de Nederlandse Organisatie voor Pluimveehouders (NOP) waarschuwde vrijdag voor te veel optimisme over de herstart van de pluimveesector.
Een deel van de medewerkers van broederijen, fokkerijen en legbatterijen zit inmiddels thuis in de hoop binnenkort weer aan het werk te kunnen. FNV Bondgenoten verwacht dat een deel van de bedrijven niet in staat zal zijn weer op te starten. Dat zal zijn negatieve effecten hebben op de rest van de keten, vooral voor de slachterijen maar ook voor de handel en de transportsector, aldus de bond.
FNV Bondgenoten praat met de boerenorganisatie LTO-Nederland over een sociaal plan voor de gedupeerde werknemers. De bond kiest voor afspraken voor de hele sector omdat veel bedrijven klein zijn en met grote financiële problemen kampen. Ze zijn daardoor niet in staat in hun eentje de lasten van een sociaal plan te dragen.
Vrijdag werd al bekend dat de Storteboom Groep, met een marktaandeel van 20 procent het grootste pluimveeverwerkingsbedrijf in Nederland, inmiddels in surseance verkeert als gevolg van de vogelpest. De 750 vaste werknemers van de acht vestigingen van het bedrijf zitten thuis. Vorige maand moest het bedrijf al 350 oproepkrachten naar huis sturen.
Branchevereniging Nepluvi vreest dat het hier niet bij blijft. „De sector staat er niet florissant bij”, zei voorzitter D. Halbersma. Bij andere bedrijven zijn ontslagen aangekondigd: 170 bij Astenhof, 130 bij Dutch Turkey Company en 20 bij Plusfood. De hele sector biedt werk aan 6000 mensen.
Volgens NOP-voorzitter Wolleswinkel kunnen de kippenbedrijven in de Gelderse Vallei en op andere geruimde plaatsen nog maanden leeg blijven staan. „Het kan best september, oktober of misschien nog later worden voordat de eerste bedrijven echt weer kippen kunnen gaan houden”, voorspelt Wolleswinkel. „De nasleep gaat langer duren dan menigeen verwacht.”
Er zijn volgens de sectorvoorman nog veel „hobbels” te nemen. Geruimde bedrijven moeten meerdere keren ontsmet en gereinigd worden. Bovendien zit er nog pluimveevoer in silo’s dat mogelijk besmet is en lopen er her en der nog hobbydieren rond die de vogelpest kunnen verspreiden. Toch dicht Wolleswinkel de pluimveesector een grote veerkracht toe. „Ik vertrouw er op dat de draad weer wordt opgepakt en onze mensen er weer tegenaan gaan zodra het kan.”
Het verzet tegen het ruimen van hobbydieren neemt ondertussen toe. Dat bleek vrijdag onder meer uit het geringe animo van inwoners van de Limburgse plaatsjes Nederweert en Neerkant om kratten op te halen waarin ze hun dieren moeten stoppen.
Ongeveer honderd hobbydierenhouders in Nederweert demonstreerden gisteren tegen de ruimingen en het beleid van minister Veerman van Landbouw. Bij die demonstratie waren ook hobbyboeren uit de Gelderse Vallei aanwezig. De demonstranten boden burgemeester C. Suttorp van Nederweert een petitie aan waarin ze de ruimingen van de hand wezen.
Veel mensen gaven vrijdag niet thuis toen de ruimploegen aanbelden om de dieren op te halen. Anderen hebben hun dieren elders laten ’onderduiken’. En waar mensen wel hun in kratten gepropte dieren afgaven, wilden ze vaak tekst en uitleg, waardoor het ophalen van de kratten langzamer gaat dan gepland.
De verontwaardiging over de ruimingen nam vrijdagavond toe nadat de Limburgse regionale omroep L1 beelden had uitgezonden van het afschieten van zes pauwen uit bomen in een tuin in Thorn. De hobbyboer, loco-burgemeester Corbey, werd daartoe verplicht door de Algemene Inspectiedienst. De man sneed met een mes de strot door van dieren die na het afschieten nog leefden.