PvdA-raadslid: Belofte heeft meer gewicht
WEHL – De eed heeft voor PvdA-raadslid Ans Putman (54) uit Wehl iets afstandelijks, omdat de Naam van God haar niet zo veel zegt. „De belofte weegt voor mij zwaarder.”
Putman, naast haar raadswerk voor de gemeente Doetinchem zelfstandig ondernemer, kreeg een roomse opvoeding, maar is nu „niet fanatiek rooms-katholiek” meer. „Het zou misschien voor de hand liggen dat ik de eed afleg, maar God is een bepaalde abstractie voor me. Ik weet niet of ik in Hem geloven moet. Daarover heb ik nog veel vragen. Daarom leg ik liever de belofte af. Als ik iemand iets beloof, ga ik door het vuur om het waar te maken.”
De gehele negenkoppige PvdA-fractie in Doetinchem koos voor de belofte. „Daarover is nooit discussie. Nieuwelingen wordt verteld dat de keus aan hen is. Ze moeten doen waarbij ze zichzelf het prettigst voelen.”
Hoewel Putman weinig heeft met de eed, wil ze hem niet afschaffen. „Ik zou er juist voor willen pleiten de eedformule te verbreden. Het gaat om de kwaliteit van de eed of belofte. Als die voor een moslim erin ligt dat hij zweert bij Allah, dan vind ik dat prima.”
In hoeverre bepaalt haar christelijke achtergrond Putmans optreden in de fractie en in de gemeenteraad? „Ik ga nog wel eens naar de kerk, maar dat is meer ceremonieel dan dat het echt mijn hart heeft. Mijn opvoeding heeft invloed op mijn omgang met mensen. Ik heb respect voor iedereen, ook al heeft die ander afwijkende opvattingen.”
Daarnaast noopt haar christelijke achtergrond Putman soms ook tot ander stemgedrag binnen de fractie. „Raadsleden die beweren dat geloof en politiek volledig van elkaar zijn los te maken, zitten ernaast. Elk raadslid neemt zijn achtergrond mee. In het debat over meer koopzondagen voor kleine ondernemers, trek ik binnen de fractie altijd mijn mond open. Ik ben niet tegen uitbreiding van de huidige twaalf koopzondagen per jaar, maar ik spreek wel mijn zorgen uit voor de kleine middenstand.”
Ondernemers in een eenmanszaak staan er volgens Putman alleen voor. „Als zij onder druk van de concurrentie vaker open moeten, zijn ze op zondag van huis. Ik vind dat ze op die dag in het gezin moeten kunnen zijn. Zelf heb ik ook geen behoefte om op zondag boodschappen te doen. Ik kan niet ontkennen dat mijn standpunt te maken heeft met mijn christelijke opvoeding.”
Met een lach: „Als de discussie in de fractie weer speelt, zeg ik altijd maar: Daar kom ik weer. Dat weten ze. Uiteindelijk moet ik me neerleggen bij de democratische meerderheid. Ik blijf mijn moeite met dergelijke voorstellen benoemen.”
Dit is het vierde deel in een serie artikelen over de keuze van raadsleden om bij hun installatie in de gemeenteraad de eed of de belofte af te leggen.