Wraakgedachte ook in Nieuwe Testament
Christenen hebben soms moeite met de oorlogsgeschiedenissen in het Oude Testament. Is dat strijdvaardige niet in tegenspraak met het nieuwtestamentisch gebod van de liefde? Nee, zegt prof. dr. Tremper Longman
, de God van het Oude Testament is geen andere dan Die van het Nieuwe Testament Het Oude Testament bevat verslagen van de ene na de andere bloedige oorlog. Christenen zitten er vaak mee dat God het Middelpunt is van veel van die oorlogen. Misschien wel het verwarrendst is het gebruik van ”herem”, een moeilijk te vertalen Hebreeuws woord (vaak onhandig vertaald als ”dingen onder de vloek”). Hoewel moeilijk te vertalen, was de betekenis voor de inheemse bevolking van het land Israël duidelijk: de gehele vijand moet gedood worden.
Hoe moeten we dit opvatten in het licht van Jezus’ opmerking: „Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief” (Matt. 5:44)? Het lijkt geen wonder te zijn dat mensen tot de conclusie komen dat het oudtestamentische beeld van God dichter bij Osama bin Laden komt dan bij Jezus Christus.
Maar er is hier geen scheiding tussen de testamenten. De God van het Oude Testament is dezelfde als Diegene van Wie we lezen in het nieuwe. Hij is zowel een God van liefde als een heilig God, Die slechte mensen oordeelt.
Als we van Genesis tot Openbaring de Bijbel lezen, zien we geen verandering van karakter, maar een zich ontvouwend verhaal van Gods grote overwinning op de zonde, het kwaad en de dood. Dit gebeurt door machtige daden van rechtvaardigheid - dat wil zeggen, steeds weer, daden van vergeldend oordeel. Goedheid en strengheid gaan samen in dit verhaal.
In het Oude Testament lezen we geschiedenissen van strijd als God vecht tegen het kwaad in de wereld. De eerste keer dat God een Strijder wordt genoemd is in Exodus 15, waar gevierd wordt dat Hij Zijn volk heeft gered van de onderdrukkers, de Egyptenaren. Eveneens is Jozua’s overwinning op de Kanaänieten alleen mogelijk omdat de Heere voor Israël vocht. De tekst maakt duidelijk dat de Kanaänieten moeten sterven. Niet om plaats te maken voor de Israëlieten, maar vanwege hun zonden. In dit geval maakt God Zijn volk tot uitvoerder van Zijn vonnis.
Niet al Gods oorlogsactiviteiten in het Oude Testament zijn echter op Israëls vijanden gericht. De Heere strijdt ook tegen Israël als het zich aan het kwaad en de zonde heeft overgegeven. Het opvallendst is de verovering van Jeruzalem door Nebukadnezar.
Het Oude Testament eindigt met het feit dat Gods volk weer terug in het land is maar onder het juk van een heidense macht leeft. De laatste profeten van het Oude Testament kijken in de toekomst voor een terugkeer van de goddelijke strijder die komen zal en de vijand zal vernietigen (Daniël, Zacharia 14).
Na een tijd van profetische stilte, gaat het Nieuwe Testament verder met de geschiedenis. De eerste stem die we horen is die van Johannes de Doper. Hij verwacht duidelijk een machtige Messias, de strijder uit de hemel die de Romeinen zal verslaan en het ongehoorzame Joodse volk zal straffen.
Als Johannes hoort dat Jezus mensen geneest, demonen uitbant en het goede nieuws verkondigt, denkt hij dat hij misschien de verkeerde Persoon gedoopt heeft (Matt. 11:1-19).
Natuurlijk heeft Johannes zich niet vergist. De Heere Jezus is de goddelijke Strijder, Degene die het Oude Testament verwachtte. Maar Hij heeft de strijd versterkt en verhoogd. Het doel van het oorlog voeren is nu naar een ander niveau getild en de wapens voor deze oorlog zijn veranderd. Jezus bestrijdt geestelijke krachten en machten.
Het is hoe dan ook een strijd, een onderdeel van Gods strijdplan tegen het kwaad, dat in het Oude Testament is begonnen. De militaire taal die gebruikt wordt om Christus’ verlossende daden te beschrijven, maakt dit duidelijk (Efeze 4:7-13, Koll. 2:13-15)
Maar dit is alleen nog maar het begin van Christus’ werk. Zijn overwinning op de satan is definitief, maar nog niet helemaal gerealiseerd. Het boek Openbaring beschrijft de terugkomst van Christus op de wolkenstrijdwagen (Openbaring 1:7). Hij rijdt op een wit paard en leidt het hemelse leger. Hier is de beslissende strijd, inclusief de gieren die dode lichamen eten, bloediger dan wat dan ook in het Oude Testament (Openbaring 19:11-21). Dit is een beeld van het eindoordeel, waarvan de oorlogen van het Oude Testament een voorproef en waarschuwing waren.
Gods karakter blijft gelijk, van Genesis tot Openbaring. Hij is een liefhebbende, heilige Rechter -en Strijder tegen het kwaad- van begin tot eind.
De auteur is hoogleraar bijbelse theologie aan Westmont College (VS).