Navigatiesysteem in plaats van kaart
Een halve eeuw van strijd, haat en wantrouwen binnen twee jaar ombuigen naar duurzame vrede. Het jongste plan om het conflict tussen Israël en de Palestijnen op te lossen -de zogenaamde ”routekaart”- is even ambitieus als onrealistisch.
De initiatiefnemers, de VS, de VN, Rusland en de Europese Unie, hadden de naam routekaart niet beter kunnen kiezen. Het plan is net zo rechtlijnig als een plattegrond: bij het volgende kruispunt rechtsaf en dan de weg blijven volgen tot de eindbestemming. Een einde aan het geweld, wederzijds vertrouwen opbouwen en vervolgens een Palestijnse staat.
De meeste verkeerslichten staan ogenschijnlijk op groen. De Israëliërs en de Palestijnen hebben tweeënhalf jaar gewapende strijd achter de rug. Het voortdurende geweld heeft een zware tol geëist en heeft zowel de Palestijnse als de Israëlische economie een zware slag toegebracht.
Verder lijkt met het aantreden van de Palestijnse premier Mahmoud Abbas( beter bekend als Abu Mazen) de officiële rol van Yasser Arafat, die een definitieve vredesregeling steeds heeft tegengehouden, uitgespeeld. Bovendien kan een verandering in de regionale constellatie, door de oorlog in Irak en het nieuwe Amerikaanse Midden-Oostenbeleid, een oplossing van het conflict dichterbij brengen.
De langverwachte routekaart heeft echter één essentieel manco, inherent aan willekeurig welke routebeschrijving: de plattegrond vertelt niet hoe de reizigers verder moeten als een straat is afgesloten, als ze autopech krijgen of als ze -om wat voor reden dan ook- besluiten een route te kiezen die helemaal niet op de kaart staat.
Het eerste kruispunt is al direct door levensgrote obstakels versperd. Nota bene op de dag dat de routekaart werd gepresenteerd, vielen vier doden en meer dan vijftig gewonden door een zelfmoordaanslag in Tel Aviv. Stopzetting van het geweld is de belangrijkste Israëlische voorwaarde voor hervatting van de vredesbesprekingen met de Palestijnen. De kersverse Palestijnse premier Abbas heeft beloofd dat hij militante Palestijnse bewegingen aan banden zal leggen en er alles aan zal doen om terreuracties te voorkomen. Voor zijn eerste test is hij al jammerlijk gezakt.
Dat ligt zeker niet alleen aan de nieuwe Palestijnse regeringsleider. Abbas voelt voortdurend de hete adem van Yasser Arafat in zijn nek. Arafat heeft noodgedwongen een deel van zijn bevoegdheden aan de premier moeten afstaan. Hij is echter vastbesloten de minister-president op alle mogelijke manieren te dwarsbomen. Het jongste idee van Arafat om een veiligheidsraad die alleen aan hemzelf verantwoording schuldig is in het leven te roepen om de veiligheidsdiensten te controleren en de onderhandelingen met Israël te leiden, spreekt wat dat betreft boekdelen. Zolang Arafat achter de schermen aan de touwtjes blijft trekken, is er weinig kans op duurzame vrede.
De routekaart heeft ook de historie tegen. Het plan beoogt een Palestijnse staat binnen twee jaar. Het Oslo-akkoord van 1993 voorzag in Palestijnse onafhankelijkheid binnen vijf jaar. ’Oslo’ is begraven en wordt door zowel Israëliërs als Palestijnen als een volslagen mislukking beschouwd.
De routekaart belooft bovendien weinig meer dan de voorstellen die tijdens het overleg in Camp David, in 2000, op tafel lagen. De toenmalige Israëlische premier Ehud Barak was destijds bereid tot vergaande concessies. Arafat weigerde botweg.
Maar misschien wel het grootste obstakel op de weg naar vrede tussen Israël en de Palestijnen is het Amerikaanse beleid. President George W. Bush heeft nooit oprechte interesse in het Palestijns-Israëlische conflict getoond. Zijn voorganger Bill Clinton zag het wél als een persoonlijke missie om vrede tussen beide partijen te bewerkstelligen. Hij leek alles mee te hebben: hij bemiddelde in een periode van relatieve rust, met een uiterst gematigde Israëlische premier. Toch bereikte ook hij geen doorbraak. Bush begint al met een erfenis van ruim twee jaar intifada, waarin het wederzijds vertrouwen tussen Israël en de Palestijnen tot een absoluut dieptepunt is gedaald.
Na de overwinning in Irak zijn de relaties tussen Bush en Sharon warm en innig. Van daadwerkelijke Amerikaanse druk op Israël zal dus vermoedelijk geen sprake zijn. Afhankelijk van de ontwikkelingen in Irak en eventuele verdere militaire stappen in het Midden-Oosten, is het ook nog maar de vraag of het Witte Huis op enig krediet in de Arabische wereld kan rekenen ten aanzien van een vredesregeling met Israël.
Bovendien moet George W. Bush zich druk gaan maken om zijn herverkiezing, eind volgend jaar. Ongetwijfeld zal hij de machtige Joodse lobby in de Verenigde Staten niet tegen zich in het harnas willen jagen door Jeruzalem een vredesregeling op te dringen. En hij heeft de les van zijn vader in het achterhoofd. George senior probeerde na afloop van de eerste Golfoorlog de partijen in het Midden-Oosten ook vrede op te leggen en zette daarmee de deur van het Witte Huis open voor Bill Clinton.
Misschien hadden de ontwerpers van de routekaart wat meer met hun tijd mee moeten gaan. Tegenwoordig bestaan er prachtige navigatiesystemen die haarfijn vertellen hoe je een wegafsluiting kunt vermijden en waar de dichtstbijzijnde ANWB-post is. Hoewel, wellicht is teruggrijpen op beproefde methodes in dit geval beter. Zoals het Chinese spreekwoord, dat zelfs de langste reis met de eerste stap begint - stopzetting van het geweld.