Opinie

In aidspatiënt zien we spiegelbeeld van onszelf

Overheden, maar ook kerken mogen aidspatiënten wereldwijd niet vergeten, betogen Darija Kupers en Joanne van der Schee.

1 December 2010 08:53Gewijzigd op 14 November 2020 12:43
Foto ANP
Foto ANP

Vandaag is het Wereld Aids Dag. Een belangrijk moment waarop overheden, aidsprogramma’s, allerlei maatschappelijke organisaties en individuen over de hele wereld (extra) aandacht vragen voor de wereldwijde aidsepidemie. En natuurlijk voor de noodzaak van een adequaat en duurzaam antwoord dat stevig neergezet wordt.

De inspanningen van de afgelopen jaren op het gebied van hiv/aids zijn niet zonder vruchten. VN-organisatie Unaids bracht onlangs nieuwe cijfers naar buiten die aangeven dat het aantal hiv-infecties het afgelopen decennium wereldwijd met een vijfde is afgenomen. Maar tegelijkertijd blijkt dat nog miljoenen mensen buiten de boot vallen bij de preventie en behandeling.

Ondanks deze hoopgevende berichten over het afnemende aantal infecties is er zowel internationaal als nationaal minder bereidheid van regeringen om fondsen toe te zeggen. Ook Nederland, van oudsher voorloper op het gebied van hiv/aids, gaat fors snijden in het ontwikkelingshulpbudget en dan vooral op onderwijs en gezondheidzorg. Nederland gaat dus ook fors bezuinigen op hiv/aidsprogramma’s.

Maar aids mag niet ontsnappen aan de aandacht van overheden. Als organisaties in ontwikkelingssamenwerking zijn wij daarvoor druk aan het lobbyen. Maar aids mag ook niet ontsnappen aan de aandacht van kerken. De christelijke gemeenschap wereldwijd levert een cruciale bijdrage in de strijd tegen aids en armoede. Ook onze partnerorganisaties, christelijke hulpverleningsorganisaties en kerken, zijn zeer actief. Zij ondervinden dagelijks de gevolgen van aids in hun omgeving en voelen de noodzaak van fondsen om hun activiteiten te ontplooien en zo hoop te kunnen brengen. Als christenen in het Westen willen we hen terzijde (blijven) staan.

Wereld Aids Dag valt in het begin van onze adventstijd. De blijdschap van de adventsboodschap staat in schril contrast met de realiteit van de pandemie die nog dagelijks verdriet en strijd betekent voor vele mensen en gemeenschappen over de hele wereld, met name daar waar armoede heerst.

Tegelijkertijd zien we ook dat te midden van die nood er telkens weer mensen zijn en ook leiders op alle niveaus die zich met grote toewijding inzetten en door hun compassie anderen om hen heen inspireren. Laten wij als christelijke gemeenschap onvermoeid bijdragen door te blijven bidden en geven. Zodat ook christenen die in een wereld vol armoede, geweld en onrecht met deze vreselijke epidemie geconfronteerd worden, in hun levensstijl en zorg mogen blijven getuigen van de liefde die God in Zijn Zoon heeft geopenbaard. Juist voor mensen die zelf aan het einde van hun mogelijkheden zijn gekomen.

In de aidspatiënt zien we ten diepste een spiegelbeeld van onszelf in onze verhouding tot God. De adventstijd vraagt om een bezinning op onze relatie tot Gods Zoon en hoe die zichtbaar wordt in ons leven. Ook ten opzichte van hen in wie onze eigen verlorenheid zo schrijnend zichtbaar wordt.

De auteurs zijn respectievelijk beleidsmedewerker hiv&aids en coördinator beleidsbeïnvloeding bij Prisma, vereniging van christelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking en internationaal diaconaat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer