Dat stelt de commissie Onderwijs en Besturing BVE in een dinsdag gepresenteerd advies. De afkorting BVE staat voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. De commissie stond onder leiding van Marjan Oudeman, voormalig managing director bij Corus Group.

Zij keek op verzoek van het kabinet naar de bestuurbaarheid van mbo-instellingen na klachten van studenten en docenten en de bekendmaking van het aantal zeer zwakke mbo-opleidingen door de Inspectie van het Onderwijs. Er waren klachten over onder meer lesuitval, slechte roostering en een gebrek aan stageplekken.

Volgens de commissie is een consistent overheidsbeleid nodig, waarbinnen de instellingen de ruimte hebben zich te richten op het aanbieden van goed beroepsonderwijs.

Minister Marja van Bijsterveldt (Onderwijs) nam het commissierapport dinsdag in ontvangst. Ze gaf aan in februari met een actieplan voor het mbo-onderwijs te komen en nam alvast een voorschot op eventuele maatregelen. „Onderwijsinstellingen moeten geen opleiding aanbieden als ze niet staan voor de kwaliteit van die opleiding. Ze moeten niet meer met elkaar concurreren en stoppen met het aanbieden van te kleine opleidingen”, aldus de minister.

Verder noemde Van Bijsterveldt het belangrijk te kijken naar de mogelijkheden om scholen die goed presteren meer ruimte te geven.

Volgens de minister houden veel raden van bestuur van mbo-instellingen zich bovendien te veel bezig met andere zaken dan kwaliteit van het onderwijs. De raden van toezicht zouden daar volgens haar tegenwicht aan moeten bieden. „De raad van toezicht moet een horzel in de nek van de school zijn”, aldus de minister.

De MBO-Raad liet weten zich te kunnen vinden in de conclusies. „Dit rapport van de commissie-Oudeman biedt zowel de overheid als onze sector kansen om zaken te verbeteren”, aldus voorzitter Jan van Zijl. Volgens scholierenvereniging JOB toont het rapport vooral aan dat mbo-scholen zich meer op onderwijs moeten concentreren en beter naar leerlingen moeten luisteren.