In kort bestek laat de schrijfster, Willemke van Claerbergen, zaken die van belang zijn de revue passeren. Zo gaat zij in op stemtypen, de ademhaling, het middenrif, het strottenhoofd, de stembanden en de keel-, neus- en mondholten. Ook besteedt ze aandacht aan consonanten, vocalen, de resonans en registers. Ten slotte staat ze stil bij mogelijke stemproblemen, het studeren, de verschillende zangmethoden en allerlei muzieksoorten. Het boek besluit met een overzicht van de oorsprong en de ontwikkeling van de zangkunst.

Deze inhoud, gekoppeld aan het aantal van 102 bladzijden, maakt duidelijk dat de onderwerpen beknopt aan de orde komen. Soms bekruipt je het gevoel een aaneenrijging van losse zinnen of alinea’s in handen te hebben. Dit komt de leesbaarheid niet altijd ten goede.

Het boek had aan waarde gewonnen als er meer praktijkvoorbeelden en oefeningen waren opgenomen. Zingen is alleen te leren door te doen en te voelen hoe iets moet klinken. Dat daarbij de feedback van een docent of dirigent onmisbaar is, onderschrijft Van Claerbergen volledig.

Haar boek graaft dieper dan het ”Tipboek zang”, maar haalt niet het niveau van een standaardwerk als de ”Atlas van de zangkunst” van Ank Reinders. Wel biedt de uitgave veel goeds voor mensen die meer over zingen willen weten.

Natuurlijk zingen, Willemke van Claerbergen; uitg. Aspekt, Soesterberg, 2010; ISBN 978 90 5911 311 4; 102 blz.; € 18,85.