D66 blijft „onherstelbaar verbeteren”
Kleine partijen kunnen in de politiek weinig bereiken. Vooral niet als ze in de oppositie zitten. Zou je denken.
Toch gaat die stelling niet altijd op. Ook kleine oppositiepartijen kunnen best iets voor elkaar boksen. Mits zij: a) de tijdgeest mee hebben, en b) uitstekend weten wat zij willen.
Zo’n partij is D66: rusteloos bezig om het gedachtegoed van de autonome mens diep in de samenleving te verankeren. Er vindt haast geen Kamerdebat plaats of de vrijdenkers van D66 vinden wel een gaatje om wetgeving en beleid om te buigen in de richting van nog meer individualisering en nog meer verwijdering van onze christelijke wortels.
Dat bleek ook deze week, tijdens het debat over de begroting van Veiligheid en Justitie. D66-woordvoerster Berndsen stelde voor om in de Nederlandse huwelijkswetgeving een draai van 180 graden te maken. Niet het trouwen in gemeenschap van goederen zou standaard moeten zijn, maar het trouwen op huwelijkse voorwaarden.
Berndsen, die gesteund werd door een meerderheid in de Kamer, voerde daarvoor diverse argumenten aan. Steeds meer mensen trouwen op huwelijkse voorwaarden. Was dat vroeger nog uitzonderlijk, nu gaat het al om een kwart van alle jaarlijks gesloten huwelijken. Omdat deze mensen afwijken van de standaard, moeten zij hun voorwaarden bij de notaris laten vastleggen, wat soms tegen de 1000 euro kost. Niet eerlijk, vindt Berndsen. En bovendien: zouden deze kosten niet gemaakt hoeven worden, dan zouden nog veel meer mensen kiezen voor huwelijkse voorwaarden.
Er automatisch van uitgaan dat mensen in gemeenschap van goederen trouwen, is „niet meer van deze tijd”, argumenteerde het D66-Kamerlid. Vrouwen zijn tegenwoordig toch veelal financieel onaf- hankelijk? Bovendien voor- komt het trouwen op huwelijkse voorwaarden dat de ene partner medeaansprakelijk wordt voor de schulden van de ander. In geen enkel land in Europa is trouwen in gemeenschap van goederen de standaard, betoogde Berndsen. Laten we er dan ook in Nederland maar snel mee ophouden.
Maar zo eenvoudig liggen de zaken niet. Diverse deskundigen wezen er deze week op dat het tot standaard verheffen van het trouwen op huwelijkse voorwaarden bezwaren kent. Dan rijst bijvoorbeeld de vraag of in dat geval trouwen in gemeenschap van goederen soms tot extra notariskosten gaat leiden. Is dat dan gewenst?
En zo zijn er meer praktische complicaties. Pim Huijgen, hoogleraar notarieel recht in Leiden, sprak in het dagblad Trouw de vrees uit dat de rechterlijke macht overbelast gaat raken als iedereen op huwelijkse voorwaarden trouwt. „Al die mensen gaan bij scheidingen rechtszaken aanspannen, omdat moeilijk te bewijzen valt welke goederen van wie zijn. De vrouw heeft goederen gekocht met het geld van de man of omgekeerd: ze komen in een oerwoud van juridische procedures terecht.”
Het is bovendien de vraag of het voorstel van D66 niet getuigt van een gebrek aan werkelijkheidszin. De meeste vrouwen financieel onafhankelijk? Het leeuwendeel is dat helemaal niet. Gangbaar is dat de man een volledige baan heeft, de vrouw hoogstens een halve. Vrouwen bouwen dus weinig vermogen op en zijn –wanneer getrouwd op huwelijkse voorwaarden– na een echtscheiding meestal de dupe.
Maar het belangrijkste bezwaar tegen het op deze wijze veranderen van onze huwelijkswetgeving is dat zij de toch al zo sterk oprukkende ieder-voor-zichsamenleving niet bestrijdt maar bevordert.
Zeker, het kan in bepaalde gevallen verstandig zijn te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Maar laat de norm toch maar blijven het huwen in gemeenschap van goederen. Onmiskenbaar zit achter zó’n begin van een huwelijk de gedachte van een volledige overgave aan elkaar, van een verbond dat gehouden moet worden tot de dood beide partners scheidt. Achter het trouwen op huwelijkse voorwaarden schuilt –generaliserend gesproken– meer achterdocht, meer berekening en meer incalculeren van het zogenaamd onvermijdelijke einde van elke relatie.
Daarom valt er van het D66-plan voor de samenleving als geheel geen heil te verwachten. Voor we het weten hebben we met dit soort veranderingen de maatschappij, om met de dichter Gerrit Komrij te spreken, „onherstelbaar verbeterd.”