Religie in negentiende eeuw
Ruim drie jaar geleden overleed majoor A.M. Bosshardt. „Bevorderd tot heerlijkheid”, heet dit in de taal van het Leger des Heils. De 94-jarige vrouw had haar leven gewijd aan de onderkant van de samenleving: dronkaards, drugsverslaafden, daklozen, prostituees, onder het motto: „God dienen is mensen dienen en mensen dienen is God dienen.”
Sociaal geograaf Hans Knippenberg wijdt in het themanummer ”Religieus gevoel in de negentiende eeuw” uit de reeks ”De negentiende eeuw” een bijdrage aan de heilssoldaten uit die tijd. Met grondlegger William Booth als startpunt en gedenkboeken, egodocumenten en tijdschriften als bronnen schetst hij een beeld van het religieuze gevoel en het werk van de heilssoldaten in de eerste 25 jaar (1887-1912).
Is het schrijven van een 459 pagina’s tellend bekeringsverhaal over jezelf geen ijdelheid? Historicus Marijke Huisman gaat in op de opmerkelijke bekeringsgeschiedenis van Doetje Reinsberg-Ypes (1840-1900). Huisman meent dat auteurs een oplossing hebben gevonden voor het probleem van de ijdelheid door hun eigen verhaal te presenteren als een goddelijke opdracht.
Dat doet bijvoorbeeld ook Harmen Hendrik Middel (1802-1882), een smid die het later tot predikant bracht. Hij was bang dat hij zich door het schrijven van een autobiografie te vroom zou voordoen. Maar Middel kon het schrijven op zeker moment niet langer uitstellen, omdat hij „van Zijnentwege werd gedrongen (…) Gods weg en leidingen met mij, diep ellendige, te boek te stellen.”
De negentiende eeuw. Themanummer het religieus gevoel in de negentiende eeuw, Patrick VanderMeersch, Peter Nissen, e.a. uitg. Verloren, Hilversum, 2010; ISBN 978 90 8704 187 8; 182 blz.; € 10,-.