Commentaar: Wilders moet schoon schip maken
Je behoeft geen sympathisant van de PVV te zijn om toch te doen te hebben met Wilders. In goed drie weken komt hem de ene misstap van fractiegenoten na de andere ter ore. Meestal is de gang van zaken dat de media een smet uit het verleden van een PVV’er aan het licht brengen, en dat vervolgens het desbetreffende fractielid op de kamerdeur van Wilders klopt.
Het aantal PVV-Kamerleden dat in het verleden met justitie in aanraking is geweest, lijkt met de dag te stijgen. De teller staat inmiddels op zeven. Dat is een kwart van de totale Kamerfractie. PVV’er Van Klaveren is veroordeeld vanwege rijden onder invloed, Lucassen vanwege ontucht en het treiteren van buren, Van Bemmel voor valsheid in geschrifte, Sharpe vanwege Hongaarse boetes voor zijn bedrijf, De Roon en Hernandez vanwege te hard rijden. Bovendien loopt er een justitieel onderzoek tegen laatstgenoemde vanwege een vechtpartij. Hekkensluiter is (voorlopig?) Brinkman, die in 2001 is aangehouden omdat hij vluchtte voor een alcoholcontrole.
Met elk van deze mannen heeft Wilders na het bekend worden van hun misstap een indringend gesprek gehad, waarna hij maatregelen nam. Fractielid Sharpe stapte op, de anderen kregen een berisping of moesten een deel van hun portefeuille inleveren. Wilders nam de schuld op zich dat hij het verleden van de kandidaten beter had moeten laten natrekken.
Natuurlijk kan men zeggen dat de media ook hun spel spelen. Hun gewroet in het verleden van de PVV-fractieleden heeft niet zozeer te maken met hun zorg over het moreel bewustzijn van de Kamerleden, maar vooral met hun afkeer van dit kabinet en zijn gedoger. Als men de stabiliteit van deze regering kan ondergraven, zal men dat niet nalaten.
Toch is met dat graf delven van de media het gedrag van de PVV-leden niet goedgepraat. Integendeel. Natuurlijk kan iedereen een misstap begaan. Elk mens is geneigd tot het kwade. Die wetenschap behoedt voor een al te hard oordeel.
Desondanks mag van Kamerleden verwacht worden dat ze van onbesproken gedrag zijn. Ook al is dat wettelijk niet zo geregeld, moreel gezien staat dat als een paal boven water. Parlementariërs moeten regels stellen. Als zij zelf die wetten (hebben) overtreden, zijn zij niet geloofwaardig.
Die geloofwaardigheid kom nog meer onder druk te staan omdat de zes genoemde mannen pas hun fouten hebben verteld nadat anderen die aan het licht hadden gebracht. Als waar is wat ze beweren, namelijk het te zijn vergeten, dan is kennelijk hun geweten op diep punten het zwijgen opgelegd. Dat is ernstig.
Juist de PVV wil hard optreden tegen de verloedering van de samenleving. De zorg die ze daarover heeft is terecht. Maar wie harde maatregelen bepleit, kan dat alleen overtuigend doen als hij zelf in moreel opzicht juist handelt. Anders bevestig je de definitie die in de omgeving van Hamburg wordt gegeven van politici: mensen die altijd iets anders doen dan ze zeggen. Daar zijn de democratie en het land niet mee geholpen. Wilders kan alleen geloofwaardig spreken over harde aanpak van onjuiste praktijken, als hij zelf schoon schip maakt in zijn fractie.