Nederland molenland
Een vlak polderlandschap met een draaiende molen. Is er een Hollandser landschap denkbaar? Toch was het tachtig jaar geleden hard nodig dat ter bescherming van de cultuurhistorische monumenten de Vereniging De Hollandsche Molen werd opgericht. Zaterdag organiseert de vereniging samen met het Gilde van Vrijwillige Molenaars voor de 31e keer de Nationale Molen- en Gemalendag. Ruim 600 molens en tientallen gemalen -herkenbaar aan hun blauwe wimpel- zijn opengesteld voor bezoekers.
De 1035 wind- en 106 watermolens die in ons land te vinden zijn, vormen maar een fractie van wat er ooit heeft gestaan. Honderd jaar geleden waren er nog 10.000 molens volop in bedrijf. Mede dankzij de Vereniging De Hollandsche Molen kan ons land nog net de titel molenland dragen. En dan nog niet eens vanwege het aantal, want er zijn landen in Europa waar veel meer molens staan. Nederland is echter het molenland bij uitstek omdat de bouwwerken symbolisch zijn voor onze strijd tegen het water.
„Toen onze vereniging net was opgericht, probeerde ze de molens nog in hun oorspronkelijke functie te handhaven”, vertelt Ed van Gerven, pr-medewerker van De Hollandsche Molen. „De vereniging schreef daarvoor zelfs een prijsvraag uit. Al snel bleek echter dat er geen houden aan was. De technische ontwikkeling schreed zo snel voort. De meeste molens verloren dus hun oorspronkelijke functie.”
Het was echter niet nutteloos dat de vereniging was opgericht. „Eind negentiende, begin twintigste eeuw werden molens in gigantische aantallen afgebroken. Onze vereniging probeerde die ontwikkeling tegen te houden en zo veel mogelijk monumenten voor de sloop te behoeden.”
Draaien
Pas in de jaren zestig werd die taak iets gemakkelijker, weet de pr-medewerker. „Toen eenmaal de Monumentenwet er kwam, was het eenvoudiger om oude molens te behouden. Er ontstonden ook steeds meer lokale en regionale verenigingen die dat probeerden te regelen. De taak van onze vereniging veranderde daardoor. Wij zijn toen meer ondersteuning gaan bieden op bijvoorbeeld technisch gebied. Want het is natuurlijk leuk om een molen te behouden, maar het is ook heel belangrijk dat hij blijft draaien.”
De adviserende taak van de vereniging spitst zich nu vooral toe op drie terreinen. Van Gerven: „Op technisch gebied bieden wij ondersteuning aan het Gilde van Vrijwillige Molenaars. Die vereniging is begin jaren ’70 opgericht en verzorgt de opleiding tot vrijwillig molenaar. Zij houden met name in het weekend de molens draaiende en verrichten bovendien klein onderhoud. Als tweede bieden wij steun bij fondsenwerving. Lokale verenigingen kunnen subsidie verkrijgen bij de overheid, maar dat is vaak lastig als je er geen ervaring in hebt. Dus daar helpen wij bij. Bovendien weten wij welke particuliere fondsen eventueel bij zouden kunnen springen. In de derde plaats geven wij advies over de biotoop, de omgeving, van de molen. Dat is in ons kleine, volgebouwde Nederland een heel belangrijk punt. Een molen moet wind kunnen vangen. Als er bouwplannen zijn in de buurt van een molen proberen wij in samenspraak te gaan met de opdrachtgever. Huizen, kantoren, maar ook bossen kunnen de wind wegvangen en dat is natuurlijk niet de bedoeling.”
Concurrenten
Sinds drie jaar staat de tweede zaterdag in mei bekend als de Nationale Molen- en Gemalendag. „Het grappige is dat de gemalen vroeger concurrenten waren van de poldermolens. Gemalen werden door stoom aangedreven. Toen ook de stoommachines het veld moesten ruimen vanwege de technische ontwikkelingen, verdwenen steeds meer gemalen. Drie jaar geleden klopte de Nederlandse Gemalenstichting bij ons aan met de vraag of ze mee kon doen aan de Nationale Molendag. Dat beviel goed. Daarom heeft de dag een iets andere naam gekregen en vermelden wij voortaan ook de deelnemende gemalen.”
Voor deelnemende molens en gemalen of verdere informatie: www.molens.nl, www.vrijwilligemolenaars.nl of www.gemalen.nl.