Direct al in 1987 hield prof. W. van ’t Spijker tijdens een academische herdenking een rede waarin hij Versteeg typeerde als ”theoloog van de Heilige Geest”. De rede werd in 1989, samen met een aantal artikelen van Versteeg, in de bundel ”Geest, ambt en uitzicht” uitgegeven.

In mei 2008 had Versteeg 70 jaar zullen worden. Reden voor de Apeldoornse universiteit om opnieuw aandacht te vragen voor zijn arbeid. Op 7 juni van dat jaar vond daarom een studiedag plaats waar zes referenten een aspect van Versteegs werk belichtten. De uitgewerkte lezingen zijn nu uitgegeven.

Opvallend is dat behalve vijf theologen uit de ‘school’ van de Christelijke Gereformeerde Kerken slechts één buitenstaander zijn visie op het werk van Versteeg geeft: de hervormde dr. A. Noordegraaf. Hij belicht hoe de nieuwtestamenticus in zijn oeuvre spreekt over de kerk, de charismatische gemeente en het ambt. Hij is ook degene die het meest met Versteeg in gesprek is, en zelfs een bepaalde gedateerdheid van diens werk signaleert. Van de cgk-scribenten is het alleen drs. M. C. Mulder die een paar kleine vragen opwerpt bij Versteegs Israëlvisie. De andere vier bijdragen (G. C. den Hertog, T. M. Hofman, J. van ’t Spijker, W. Steenbergen) hebben een meer samenvattend karakter. En dat is ook waardevol. Want het nodigt uit om Versteeg zélf weer te gaan lezen.

Aspecten van het werk van J. P. Versteeg, G. C. den Hertog en T. M. Hofman (red.);
Theologische Universiteit, Apeldoorn, 2010; ISBN 978 90 7584 730 7; 112 blz.; € 10,-.