Economie

EU wil veiligheid testen van alle chemieproducten

De Europese Commissie stelt voor in de EU-landen een wet in te voeren die chemiebedrijven verplicht via grondig onderzoek aan te tonen dat de stoffen die ze produceren niet schadelijk zijn voor mens en milieu.

Redactie economie
8 May 2003 11:20Gewijzigd op 14 November 2020 00:18

De commissarissen Liikanen (Ondernemingsbeleid) en Wallström (Milieu) presenteerden woensdag een voorlopige versie van de beoogde voorschriften. Belanghebben krijgen acht weken de tijd om daarop te reageren. Daarna volgt een definitief ontwerp, dat de instemming nodig heeft van de lidstaten en van het Europees Parlement.

Brussel wil af van het systeem waarbij de bewijslast dat aan een product gevaren verbonden zijn, berust bij de overheid. Straks geldt het omgekeerde: de fabrikant dient een veiligheidsanalyse te overleggen waaruit blijkt dat er geen risico’s bestaan. „De regel is simpel: geen gegevens, dan geen markt”, aldus Wallström in een toelichting.

Sinds 1981 moet voor alle nieuwe stoffen, om die te kunnen laten registreren, al een dergelijk rapport worden opgesteld. Dit betekent echter dat er zo’n 100.000 oudere fabrikaten in omloop zijn waarvan de invloed op de volksgezondheid en op de natuur niet in kaart is gebracht.

De nieuwe richtlijn heeft in principe betrekking op alle denkbare chemicaliën, van shampoo tot insecticide. Tegelijk voorziet het concept in een reeks van uitzonderingen. Zo blijven materialen die „bij normaal gebruik” niet in aanraking komen met de buitenwereld, doordat ze bijvoorbeeld diep verborgen zitten in een elektronisch apparaat, buiten schot. Hetzelfde geldt voor stoffen waarvan minder dan 1000 kilo per jaar wordt vervaardigd of geïmporteerd en voor de grote groep van zogeheten polymeren.

Het ontbreekt aan voldoende capaciteit om alle producten binnen een korte periode aan de noodzakelijke tests te onderwerpen. Daarom is er een schema gemaakt. Dat bepaalt dat de chemicaliën waarover de meeste zorg bestaat het eerst aan de beurt komen. De Commissie denkt daarbij aan een termijn van drie jaar.

Zij verwacht dat de directe kosten voor de industrie in de periode tot 2020 4 miljard euro zullen bedragen. De koepelorganisatie van de chemie in de EU, Cefic, waarbij concerns als Akzo Nobel en DSM zijn aangesloten, raamt de kosten daarentegen op 30 miljard euro. Zij waarschuwt voor een duidelijk negatief effect op de economische groei in landen met een omvangrijke bedrijvigheid in deze sfeer, zoals Duitsland en Frankrijk.

De chemische industrie in Nederland pleit voor veel goedkoper snel onderzoek naar chemische stoffen. Het voorstel van de Europese Commissie om alle chemische stoffen die in de handel zijn verplicht te testen op kosten van de industrie, kost de industrie tientallen miljarden euro’s en een groot aantal proefdieren gedurende vele jaren om alle tests op te doen, concludeert directeur P. Noordervliet namens de vereniging van chemische bedrijven (VNCI). „Wij pleiten voor een quickscan om knelpunten aan te pakken. Dat is sneller en goedkoper.”

Het streven van de EU om alle stoffen in kaart te brengen komt voort uit de behoefte de risico’s tot nul te beperken. „Maar dat lukt nooit. Je kunt niet door regelgeving alle risico’s buitensluiten”, stelt Noordervliet.

Hij wijst erop dat in Nederland tussen overheid en industrie overeenstemming bestaat over de quickscan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer