Luister ook naar het huilen áchter de muur
APELDOORN – Staten als Noord- en Zuid-Korea zijn net mensen. Ze gunnen anderen vaak het licht in de ogen niet, zijn jaloers of in verlegenheid gebracht. En net als mensen hebben ze een binnen- en een buitenkant.
Een vraag als: reageert hij nu op een prikkel vanbuiten of vanbinnen, is soms net zo goed van toepassing op het gedrag van een dictator als op dat van een individuele burger in Lutjebroek. Als het een gezin betreft, weten de buren vaak al langer dan de politie dat er dingen mis zijn aan de andere kant van de muur, vanwege regelmatig gestommel, geschreeuw of gehuil.
Tot grote ergernis van christelijke en niet-christelijke organisaties reageert het Westen met afgrijzen op Noord-Korea zodra daar weer eens met scherp wordt geschoten, zoals dinsdag. Terwijl deze organisaties al jaren weten dat het aan de andere kant van de muur niet goed gaat. Zij hebben hun oor te luisteren gelegd en horen het huilen van mishandelde kinderen, van gefolterde dissidenten, christenbroeders en -zusters.
Toegegeven, de grens tussen binnen en buiten is op het Koreaanse schiereiland, alle beton en prikkeldraad ten spijt, flinterdun. De grens tussen de Korea’s is als een zwerende vinger die op springen staat en waarbij iedere subtiele prikkel vanbuiten het hele lichaam doet reageren.
Het blijft natuurlijk gissen wat de precieze reden is van de riskante agressie van Noord-Koreaanse kant. Toch ligt de doorslaggevende factor waarschijnlijk in de labiele interne situatie. De positie van de gedoodverfde opvolger van Kim Jong Il, zijn jongste zoon Kim Jong Un, is nog lang niet veiliggesteld. En dat terwijl wereldwijd iedereen al weet dat Kim Jong Un Noord-Korea zal gaan leiden. Maar zoonlief moet intern nog van alles veiligstellen. Niet het minst zijn geloofwaardigheid onder de militaire top. Spreekt deze dandy onze taal, is daar de vraag. Met ieder salvo in de richting van het zuiden probeert Kim een antwoord te geven. Wie goed luistert, hoort vanbinnenuit extra veel huilen.