Opinie

Unieke stof voor gesprek met iedere wereldburger

Waarover moet het gaan in het evangelisatiegesprek?

19 November 2010 20:26Gewijzigd op 14 November 2020 12:35
Doleweerd. Foto RD, Anton Dommerholt
Doleweerd. Foto RD, Anton Dommerholt

Op de bodem van ieders hart ligt een soort godsbesef, dat God Zelf als een restant van Zijn goede schepping na de zondeval heeft laten voortbestaan. Maar het is een godskennis die niet tot de zaligheid is. Hij is ook niet recht, maar is krom en verdraaid, zoals we lezen in Romeinen 1. Toch is hij aanwezig. Als we dit natuurlijk godsbesef verder ontleden, ontdekken we dat het verbonden is aan een aantal basisvragen die worden opgeroepen door concrete levenservaringen. Ze drukken uit wat de mens als geschapen wezen het diepst bezighoudt. Deze vragen en ervaringen liggen niet alleen op de bodem van ieders hart, maar vormen ook de kern van iedere religie of levensbeschouwing. Het zijn er vijf.

  1. De eindigheid van het bestaan. Ieder mens doet ervaringen op met de beperktheid van het bestaan. Een (bijna-)ongeluk, een overlijden, een ramp die zich voltrekt. Al het geschapene is eindig. Iemand kan de vraag naar de zin van het leven niet beantwoorden zonder de eindigheid van het bestaan daarbij te betrekken. Alle mensen houden zich daarom op de een of andere manier met deze eindigheid bezig. Ook in seculier Nederland. De schatting is dat een derde van de Nederlanders in huis een herdenkingsplek heeft voor een overledene!

  2. De menselijke verantwoordelijkheid en het falen. De ervaring van falen, schuld en mislukking en de vraag wie daar verantwoordelijk voor is loopt als een rode draad door de geschiedenis van de mens heen. Ergens op de achtergrond sluimert bij iedereen toch het besef van een idee van bestemming, waaraan men idealiter zou moeten beantwoorden. De zondeval heeft een existentiële onrust veroorzaakt, die de mens doet tasten en zoeken naar zijn ideale bestemming. Mensen proberen allemaal op hun manier antwoord te geven op de waaromvragen. Vaak signaleren religies een verblinding van de mens tegenover het transcendente en ziet men de mens als te veel gehecht aan het aardse, bezit en aanzien.

Inzicht

  1. De beleving van het goede. Het zit alle mensen in het bloed: het verlangen naar iets hogers, iets beters. Er zit een streven in de mens naar het goede, naar bevrijding. Gelukservaringen spelen in ieders leven een rol. Maar wat men als goed en geluk ziet, kan totaal verschillende gedaanten aannemen. Het kan gezien worden als een strijd tegen het kwaad, of een plicht die men meent te moeten doen. Het goede kan te maken hebben met voorspoed, materiële welvaart, maar ook met waarden zoals medemenselijkheid en gerechtigheid, naastenliefde en barmhartigheid. Het goede of het geluk kan ook de gestalte aannemen van allerlei extase-ervaringen, of belevingen van schoonheid en verwondering.

  2. Het ontvangen van inzicht. Ieder mens heeft een aangeboren gevoel van onbestemdheid, dat de wereld meer is dan hijzelf kan voortbrengen. Een gevoel dat het met het uiterlijke niet ophoudt. Waar komt de mens vandaan en wat is zijn bestemming? Mensen zijn zoekers, naar inzicht. Men voelt zich regelmatig speelbal van de machten en krachten om zich heen en gedwarsboomd in zijn plannen. Men zoekt daar greep op te krijgen. Inzicht zoekt men bijvoorbeeld te verkrijgen bij leraren die bijzonder verlicht zijn, of door meditatie, gebed of vasten.

  3. Het kwaad en het lijden. Aangezien ellende, lijden en kwaad tot
de normale ervaringen van ieder mens behoren, zoekt men ook hier naar verklaringen. Iedere reli-
gieuze stroming of levensbeschouwing heeft wel een verklaring voor het bestaan van lijden en kwaad en zoekt een weg te wijzen om het te verwerken als men het moet ondergaan. De thematiek van het lijden en het kwaad speelt in alle religies en men zoekt naar middelen om, als het kwaad je treft, deze ervaringen te verwerken.

Uniek antwoord

Op al deze basisvragen en ervaringen heeft een christen een uniek antwoord. Een antwoord dat niet uit het natuurlijk hart opkomt, maar is geopenbaard in het Woord van God. We vinden het antwoord kort en krachtig omschreven in vraag en antwoord 1 van de Heidelbergse Catechismus. Daar liggen heel de existentie van de mens en de antwoorden op de basisvragen op tafel.

Wat is het geloof van een chris-
ten? Mijn leven ligt in de handen van God Die kwam in deze eindigheid om mij te zaligen. In Zijn handen ben ik veilig. In Hem is mijn toekomst gegarandeerd. In Jezus ben ik van het eeuwige leven verzekerd. Wat is de troost van de
christen? Jezus heeft met Zijn dierbaar bloed al mijn falen en al
mijn verantwoordelijkheid op Zich genomen en mij met Zichzelf verzoend. Hij heeft mij van alle heerschappij des duivels verlost. Ik heb een Zaligmaker. Ik mag we-
ten van verzoening en vrede. Achter de chaos ziet de christen hoe de Heere alle dingen bestuurt en hij is bereid zijn leven gewillig aan Hem over te geven. Voor de christen in Zondag 1 is het Gods vaderhand die het kleinste detail in zijn leven bestuurt zodat zonder de wil van zijn hemelse Vader geen haar van zijn hoofd vallen kan.

Goede relatie

De niet-christelijke naaste die de waarheid ten onder houdt en zich een eigen wereld schept vol afgoden, kan van de christen een heilrijk antwoord krijgen op de diepste nood van zijn bestaan: „Ik mag uit genade weten dat ik met lichaam en ziel niet mijn maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben!”

In het evangelisatiegesprek draait het om de vijf thema’s die onlosmakelijk verbonden zijn met het natuurlijk godsbesef van ieder mens. Niet dat het altijd even makkelijk is om hierover in gesprek te gaan, want het zijn gespreksthema’s die horen tot de ”inner circle” van de mens. Om daarover te spreken is een goede relatie en een vertrouwensband nodig. Bovendien heeft een christen gespreksgenade nodig. Hier spreek je niet over in een vluchtig gesprek op straat, op commando.

Toch, als het ergens over moet gaan, dan is het over de vragen die God na de zondeval nog heeft laten voortbestaan in het hart van ieder mens. En neem dan dat eerste antwoord in dat eenvoudige handboekje van de kerk. Daarin ligt voor een christen gespreksstof om te spreken met iedere wereldburger.

Drs. J. H. van Doleweerd, docent godsdienst, cultuur en zendingswetenschappen aan de CGO-hbo en werkzaam als missioloog en toeruster bij Zending Gereformeerde Gemeenten
Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl


Verder lezen over dit onderwerp:

Bavinck, J.H., Religieus besef en christelijk geloof, Kampen: Kok, 1949

Bleeker, C.J., Het geheim van de godsdienst, Wassenaar: Servire, 1973 (3e dr)

Broekhuis, J., Oriëntatie in de godsdienstwetenschap. Zoetermeer: Boekencentrum, 1994

Doleweerd, J.H. van (Red.), Gij zult Mijn getuigen zijn. Zending in Bijbels perspectief. Houten: Den Hertog, 2006

Kraemer, H., Godsdienst, godsdiensten en het christelijk geloof. Nijkerk: Callenbach, 1958

Vroom, H.M., Religies en de Waarheid, Kampen: Kok, 1988.

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer