Eerst koffie. Dan vergaderen
Premier Rutte bezoekt vrijdag bondskanselier Merkel in Berlijn. Als hij haar maar geen drie zoenen geeft bij de begroeting.
Drie zoenen zijn zó Nederlands, betoogt etiquettedeskundige Reinildis van Ditzhuyzen in haar nieuwste boek ”Der Ditz”. Toen voormalig minister-president Balkenende Merkel eens op die manier begroette, zag je de verbijstering haast op haar gezicht, schrijft Van Ditzhuyzen.
Communiceren met medelanders is al een wonderlijke onderneming waarbij van alles mis kan gaan, maar dat geldt zeker voor communicatie met buitenlanders. Van Ditzhuyzen liet dat eerder zien in ”DutchDitz” (2009), geschreven voor expats in Nederland. Hiervan maakte ze een „aufgedeutschte” versie, speciaal voor Duitsers.
Gezien de betrekkingen met de oosterburen lijkt een investering in begrip geen overbodige luxe. Duitsland is Nederlands grootste handelspartner. In 2008 werd voor 72 miljard euro aan Nederlandse goederen naar Duitsland geëxporteerd, 24 procent van de totale export in Nederland. De import vanuit Duitsland was goed voor 65,8 miljard euro. En dan zijn er nog de toeristen – volgens ”Der Ditz” bezochten vorig jaar 2.744.000 Duitse recreanten Nederland.
Van Ditzhuyzen noemt eigenschappen die karakteristiek zijn voor Nederlanders in het openbare leven. Zo nemen Nederlanders de ruimte op roltrappen. Ze staan niet graag dicht op elkaar, en versperren vervolgens de doorgang. Vandaar die bordjes van de NS: ”Houd rechts op de roltrap”. Niet dat die altijd helpen, maar als je geluk hebt gaat een Nederlander wel opzij als je het vriendelijk vraagt, meent de etiquettekenner.
En ze sparen zegeltjes, waarschuwt ze. Bij tankstations, in supermarkten. „Diese klebt man in ein Büchlein und wenn das dann vol ist, kriegt man entweder ein Geschenk” – men plakt ze in een boekje en krijgt daarvoor handdoeken, of een kaartje voor een pretpark.
Over het algemeen hebben Nederlanders weinig op met privileges. Ergens een eigen parkeerplek geregeld? Dat betekent niet dat die ook vrij blijft. Hiërarchie is evenmin belangrijk. Frappant is de uitspraak van voormalig ING-topman Aad Jacobs over hoge salarissen en bonussen, die Van Ditzhuyzen in een kader noemt: „Nederlanders vinden alles wat een ander verdient eigenlijk te veel.” Iemand met een fors salaris is hier verdacht, aldus Jacobs, terwijl mensen in bijvoorbeeld Amerika trots zijn op iemand die het ver heeft geschopt.
Op zakelijk gebied hebben Duitsers en Nederlanders gemeen dat ze beiden een goede organisatie en efficiënt tijdmanagement op prijs stellen. Maar er zijn ook verschillen. Nederlanders zijn meer gericht op het proces dan op de uitkomst, meent communicatiedeskundige Katja Schleicher. Duitsers willen resultaten, daarna kun je een biertje gaan drinken met elkaar. Nederlanders vinden tijdens het proces menselijke contacten belangrijk, worden snel persoonlijk en praten op het werk over privézaken. Ze laten de deur van hun kantoor uitnodigend openstaan. Een Duitser doet die dicht: „Niet storen, ik ben nu aan het werk.”
Praten, praten, praten is een zeer Nederlands verschijnsel, schrijft Van Ditzhuyzen. Polderen. Compromissen zoeken. Alle neuzen dezelfde kant uit krijgen. De Duitser zegt: „Nee, omdat…” De Nederlander: „Ja, maar…”
Verder zijn Nederlanders nogal betweters, ze leggen zaken uit zonder dat iemand erom vraagt. Ze zijn openhartig op het lompe af. Dat kan een potentiële klant (of handelspartner of toerist) best afschrikken. Maar eerst en vooral: in Nederland wordt niet gehandeld voordat er koffie op tafel staat.
Wie weet hoe snel de Nederlandse economie uit het slop raakt als de Duitsers dit boek goed lezen en geen misverstand de handel met het grote buurland meer blokkeert.
Der Ditz, Reinildis van Ditzhuyzen; uitg. Aschendorff Verlag GmbH & Co, Münster, 2010; ISBN 978 3 402 12850 3; 176 blz.; € 16,80.