In ”De zomerkeuken” ontmoeten we twee tegengestelde hoofdpersonen: de rijke Sandra Kaye, die het huis van haar oom Poppy moet verkopen, en de kleine Cass, die zonder ouders moet zien te overleven. Cass woont samen met haar broer, en krijgt de zorg voor Opal opgedrongen, het dochtertje van een verslaafde. Als Sandra en Cass elkaar leren kennen, verandert hun beider leven. Sandra gaat haar lege bestaan invullen met het creëren van de zomerkeuken, een gratis lunchcafé voor de vele hongerige kinderen van de wijk. Cass leert dat er veiligheid en vertrouwen bestaan, zodat ze transparant mag leven, zonder leugens en mishandelingen. Op een bewogen manier schrijft Wingate over de sociale misstanden. Kinderen die uit vuilcontainers eten, zwervertjes zonder noodzakelijke kleding en voorzieningen leven naast de rijken.

Uit het hele boek blijkt de grote betrokkenheid van de auteur bij deze problematiek. Het grote verschil tussen leven en dood begint soms bij één individu, zoals in dit verhaal bij Sandra. Zij ondervindt dat ze door haar tijd beschikbaar te stellen en van haar overvloed uit te delen zelf genezing ontvangt van haar emotionele wonden. En daarbij ervaart ze via de kinderen de overvloedige zegen van barmhartigheid. Een vlot leesbaar boek met een appellerend thema.

De zomerkeuken, Lisa Wingate;

uitg. Voorhoeve, Kampen, 2010; ISBN 978 90 297 1999 5; 368 blz., € 21,95.