OESO: regeringen moeten afzien van steun telecomsector
De reorganisatie van de telecomsector na het uiteenspatten van de ’luchtbel’ van de jaren negentig is een pijnlijk proces voor de betrokken bedrijven. Dat is echter geen rechtvaardiging voor hulp van overheden. De verleiding om de concurrentieregels te versoepelen of financiële hulp te geven, moet worden weerstaan.
Dat stelt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in de dinsdag gepubliceerde studie „After the Telecommunications Bubble”. De club van industrielanden wijst er daarin op dat er in bepaalde marktsegmenten, vooral snelle toegang tot internet, zelfs nog te weinig concurrentie is. Dat onthoudt consumenten en bedrijven de vruchten van de technologische vooruitgang.
De OESO stelt vast dat het vertrouwen langzaam terugkeert in de telecomsector. Dat is te danken aan de inspanningen van de ondernemingen om hun balansverhoudingen te verbeteren en te heronderhandelen over de schulden.
Het effect van dat herstructureringsproces op de totale economie van een land is echter beperkt. Het aandeel van de sector in het bruto binnenlands product (bbp) is met 2 á 4 procent relatief bescheiden. De gevolgen voor leveranciers van uitrusting en technologiebedrijven zijn ingrijpend geweest, maar de aanpassing is nu grotendeels achter de rug, aldus de studie.