Een steen in de vijver
Wat is er overgebleven van de nieuwe politiek die vorig jaar onder invloed van Fortuyn door tal van politici werd aangehangen? De kabinetsformaties duren nog even lang als vroeger. De afstand tussen bestuur en burgers is niet minder geworden. Belangrijke besprekingen worden nog steeds in achterkamertjes gehouden. Daar komt men trouwens ook het gemakkelijkste tot afspraken.De beweging die Fortuyn om zich heen verzameld had, is na zijn dood uit elkaar gevallen. De vraag dringt zich op hoe het allemaal zou zijn gelopen als Fortuyn een jaar geleden niet was vermoord. Zou hij dan premier zijn geworden en zou hij het nu nog zijn? Of zouden, als gevolg van zijn grenzeloze ijdelheid en arrogantie, zijn coalitiepartners er allang de brui aan gegeven hebben? Zulke vragen zijn makkelijker te stellen dan te beantwoorden.
In ieder geval maakte Fortuyn duidelijk dat er veel latente onvrede onder de bevolking is. Onvrede die mediagenieke figuren, die niet geïdentificeerd worden met de gevestigde politici, gemakkelijk kunnen mobiliseren.
Was en is die onvrede reëel? Fortuyn richtte zijn pijlen op de paarse coalitie, die er een puinhoop van gemaakt zou hebben. Dat had ze ook, maar dan wel op een andere manier dan hem bezighield. Fortuyn had geen moeite met de liberale koers van paars op ethisch gebied. Zijn eigen levensovertuiging en levensstijl sloten daar heel goed bij aan. Met agitatie tegen het homohuwelijk, de legalisering van euthanasie en de opheffing van het bordeelverbod zou hij ook geen massa’s mensen achter zich gekregen hebben.
Dat neemt niet weg dat zijn kritiek op de wachtlijsten in de zorg en de van bovenaf opgelegde acceptatie van de multiculturele samenleving zeker terecht was. Met name de allochtonenproblematiek was door veel politici, journalisten en opinieleiders jarenlang taboe verklaard. Daar moest zo min mogelijk over gesproken worden. Net als over de groeiende criminaliteit. De regels van politieke correctheid die in het Haagse golden, verzetten zich daartegen.
De paarse coalitie, waarin de oude erfvijanden PvdA en VVD waren samengegaan, belichaamde voor veel burgers de gedachte dat de politici onderling de buit verdeeld hadden en zij er eigenlijk niet meer aan te pas kwamen. Zij konden slechts toezien.
Daarbij wist Fortuyn met name twee groepen aan te spreken. Dat waren de gewone burgers in de Randstad, die zich bedreigd voelden door de massale toestroming van allochtonen. Zij waren hun stad en hun buurt kwijtgeraakt en vonden voor hun problemen geen erkenning bij de overheid en de politici. De tweede groep die Fortuyn steunde waren de ”selfmade men” in het zakenleven, met name in de onroerendgoedsector. Ook zij voelden zich gedwarsboomd door de overheid en miskend door de intellectuele elite en de top van het bedrijfsleven.
De eerste groep leverde de stemmen aan: meer dan 1,5 miljoen. De tweede groep leverde het geld om de campagne van Fortuyn te betalen.
Alles bij elkaar was Fortuyn een steen in de vijver. Misschien wel een rotsblok. De golven sloegen hoog op, maar na verloop van tijd was het water weer kalm. De kans op vallende stenen blijft echter levensgroot.