Goudkoorts of zilverzucht
Op Amerikaanse dollarbiljetten staat de tekst ”In God we trust” (op God stellen wij ons vertrouwen). Ze dragen een mooi motto, maar dat op zich is geen reden om er zeer grote hoeveelheden van bij te drukken, als waren het evangelisatiefoldertjes. Dan wordt het letterlijk en figuurlijk te goedkoop. Zo’n gulle geldpers doet het vertrouwen in God en overheid alleen maar dalen en verleidt mensen ertoe om elders naar waardevastheid te zoeken. Dat is te zien aan de grote vraag naar zilver en goud. Er zijn zelfs economen die de waarde van de munt, evenals vroeger, weer willen koppelen aan de waarde van goud. Het zou passend zijn om die dollars dan te voorzien van het motto ”In gold we trust”.
Het is al vele malen eerder gebeurd dat geld waardeloos werd en mensen tot armoede vervielen. Toch is het kopen van zilver en goud als bescherming tegen hyperinflatie in onze moderne tijd vrij zinloos. Het is zeer onpraktisch om een plak worst of een broodje gezond te kopen met een plak zilver of met een broodje goud. In onze dichtbevolkte steden zijn zelfs kleine munten van edelmetaal zeer beperkt bruikbaar voor de aanschaf van dagelijkse levensbehoeften. Onmisbare zaken zoals drinkwater, energie, telecommunicatie, maar ook voedsel en vervoer worden via geautomatiseerde systemen aangeleverd. De lange logistieke ketens met een grote afstand tussen producent en gebruiker kunnen simpelweg niet meer met contant geld of ruilhandel in stand worden gehouden. Ineenstorting van het geldstelsel zal de samenleving volledig ontwrichten. Wie denkt zich daar met goud of zilver tegen te kunnen beveiligen, koestert een waanidee en zal ervaren dat het bezit ervan eerder leidt tot beroving dan tot bescherming.
Edelmetalen verleiden ook in normale tijden tot abnormaal gedrag. Kosten noch moeite worden gespaard om gouderts te delven. Het wordt uit mijnen tot wel 4 kilometer diep onder de grond naar boven gehaald, vermalen, gescheiden, gezuiverd, gesmolten en tot staven gegoten. En wat doen zogenaamd slimme bankiers vervolgens? Ze bouwen zwaarbewaakte kelders en bergen die goudstaven weer op onder de grond. Zo liggen grote hoeveelheden goud al honderden jaren nutteloos opgestapeld. Omdat goud en zilver net als koper elektriciteit goed geleiden, zou het slimmer zijn om die voorraden onderdeel te laten vormen van het ondergrondse elektriciteitsnet. Dat bespaart koper, vermindert energieverlies en ontmoedigt diefstal: hoe hoger de spanning, hoe lager de bewakingskosten.
Verrassenderwijs zou de goudvoorraad zo toch weer de basis kunnen vormen onder het geldstelsel, omdat dit inmiddels vrijwel geheel elektronisch functioneert. Hedendaagse gierigaards kunnen zich niet lang meer verlustigen aan rinkelende munten en knisperende bankbiljetten, hun resten straks slechts ijle bits in digitale bestanden. Vermogen wordt ontastbaar.
Het is begrijpelijk dat elektronisch geld dubbel gewantrouwd wordt: niet alleen de waarde kan door inflatie wegglijden, bij een netwerkstoring is iedereen ogenblikkelijk ook de beschikking erover kwijt. Of, zoals dit tegenwoordig bij financiële zaken moet worden vermeld: het risico van dit product is zeer groot.
Noopt dit dan toch tot vluchten in zilver en goud? Nee. In een samenleving die steeds meer mensen met zilveren haren bevat, moet tijdens het werkzame leven vermogen worden opgebouwd om als inkomensbron te dienen voor de levensperiode waarin arbeid niet meer mogelijk is. Dat getuigt van rentmeesterschap. Het gaat dan echter niet om dood kapitaal, maar om vitale voorzieningen. Edelmetalen zijn alleen waardevol als er ook wat nuttigs mee gedaan kan worden. Mensen met gouden handjes zijn daarbij van meer belang dan lieden die slechts een gouden handdruk hebben verzilverd. Maar bovenal blijft levend vertrouwen nodig in de Schepper van zilver en van goud. Hoe hoog de inflatie ook wordt, het dollarmotto is waardevast.
De auteur is adviserend ingenieur. Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl