Het onderwerp komt aan de orde in de conventie die, onder voorzitterschap van Giscard d’Estaing, zich buigt over de toekomstige inrichting van de Unie. Halverwege volgende maand moet er een ontwerptekst voor een gemeenschappelijke grondwet op tafel liggen.

Tot dusver is bij beslissingen op fiscaal terrein unanimiteit nodig. Landen zoals Duitsland en Frankrijk willen overschakelen naar een gekwalificeerde meerderheid. Dat houdt in de nieuwe opzet waarschijnlijk in dat een voorstel is aanvaard als ten minste de helft plus één van de lidstaten vóór stemt en als bovendien de bevolking van die groep minimaal 60 procent van alle EU-burgers omvat.

Groot-Brittannië en Ierland laten echter weten dat zij de bepleite verandering volstrekt afwijzen. Doordat de herziening van de bestaande spelregels consensus vereist tussen de regeringen, kunnen zij het voorstel uiteindelijk blokkeren.

De beide lidstaten aan de westflank van ons werelddeel hanteren relatief lage tarieven bij de winstbelasting. Die vormen daarmee een wapen in de concurrentieslag tussen bedrijven. De Ierse oud-premier Bruton, die zitting heeft in het presidium van de conventie, meent dat Dublin en Londen op dit punt niet zullen wijken, „hoe sterk de druk ook zal zijn.” Berlijn en Parijs zijn bang dat straks de toetreders uit Oost-Europa eveneens aantrekkelijke percentages zullen hanteren om ondernemingen te laten verhuizen.

Een woordvoerder van Giscard d’Estaing zei maandag dat bij de afwegingen wellicht onderscheid gemaakt moet worden tussen besluiten over tarieven en over maatregelen die gericht zijn op het tegengaan van fraude en belastingontduiking. Tegelijk gaf hij aan dat het vinden van een compromis moeilijk zal zijn.