„Mannen zijn gewend om te lopen”
Het is een van de meest bemijnde gebieden ter wereld, de bevolking loopt er met wapens en het is er momenteel behoorlijk koud. Toch vindt soldaat André Groen uit Zeewolde het „een uitdaging” om naar Afghanistan te gaan. „Het is toch je werk?”
Wanneer hij in het vliegtuig stapt weet de 24-jarige Groen niet. „De laatste lezing is 2 januari. Maar dat kan zo weer veranderen.” Het is slechts een van de vele onduidelijkheden rond de missie naar Afghanistan, zo bleek vrijdag op de Johan Willem Friso-kazerne in Assen, de thuisbasis van het 13e infanteriebataljon van de Luchtmobiele Brigade, het Regiment Stoottroepen.
Zo is de geweldsinstructie nog niet klaar. Daarin is onder andere voorgeschreven of de soldaten met doorgeladen wapen de straat op mogen en in welke situaties ze mogen schieten. Verder is onduidelijk wanneer de twee vliegvelden in de omgeving van Kabul zover gerepareerd zijn dat zij grote transportvliegtuigen kunnen ontvangen en weet de Nederlandse eenheid nog niet precies wat zij in Afghanistan moet gaan doen.
Brigadegeneraal Peter van Uhm, commandant van de Luchtmobiele Brigade, doet zijn best om de onzekerheden te relativeren. „De mannen zijn goed opgeleid en ze nemen ervaringen mee van eerdere uitzendingen naar Bosnië, Cyprus, Kosovo en Macedonië.” En als hun voertuigen niet op tijd komen? „Mijn mannen zijn gewend om te lopen.” Hoe verloopt de evacuatie als de nood aan de man komt? „Dat zien we tegen die tijd wel.”
Topsport
Op papier klopt de missie. Nederland levert 200 militairen voor de vredesmacht in de Afghaanse hoofdstad Kabul. De eerste eenheid van dertig man kan binnen 24 uur met twee Hercules-transportvliegtuigen vertrekken. Het wachten is op het groene licht van het Verenigd Koninkrijk, dat de eerste drie maanden de leiding heeft over de internationale troepenmacht van 3000 soldaten. Om de vredesmacht te hulp te kunnen schieten worden onder andere zes Nederlandse F-16’s in de regio gestationeerd.
Volgens generaal Van Uhm worden de geweldsregels momenteel „vertaald” naar de situatie ter plekke. Hij is er echter van overtuigd dat er robuust mag worden opgetreden als dat noodzakelijk mocht zijn. Daarvoor nemen de rode baretten 81 mm mortieren en antitankraketten mee. Het komt echter op de „professionele uitstraling van de militair” aan, aldus Van Uhm. „We proberen militaire topsport te bedrijven.”
Waarschijnlijk krijgt het Nederlandse contingent samen met de Duitse hoofdmacht en Deense mijnenruimers een gebied toegewezen tussen het vliegveld Bagran en Kabul, een afstand van ongeveer dertig kilometer. Defensie hoopt dat een groep verkenners nog voor de jaarwisseling naar Afghanistan kan vertrekken, een reis van twee dagen. De eenheid is volledig uitgerust met jeeps, bewapening, voedsel en eenpersoonstentjes en kan gedurende tien dagen op zichzelf staan. De groep bestaat voor een deel uit commando’s die zijn gespecialiseerd in verkenningen over lange afstand.
De hoofdmacht neemt jeeps, vrachtwagens en negen Patria-pantservoertuigen mee. Alles moet door de lucht worden vervoerd. De Patria’s passen alleen in grote Russische Antonovs. Probleem is dat het vliegveld bij Kabul deze enorme transporttoestellen nog niet aankunnen.
Mijnen
De rode baretten zijn tijdens een stoomcursus van drie dagen voorbereid op de cultuur in Afghanistan en de specifieke gevaren van de omgeving. Mijnen vormen het grootste gevaar, weet Matthijs Vlasblom (21) uit Hendrik-Ido-Ambacht. „In een stad als Kabul liggen net zoveel mijnen als in heel Bosnië.”
De uitzending naar Afghanistan is Vlasbloms tweede missie. Twee jaar geleden zat een halfjaar hij op de Balkan. Is Kabul gevaarlijker? „Ik weet het niet. De meeste islamieten zijn gastvrij.” Bij de omgang met de lokale bevolking luistert de manier van kijken erg nauw. „Wij mogen niet langer dan een seconde naar een vrouw kijken,” vertelt sergeant Knol. „Langer wordt als zeer beledigend ervaren.”
Over het kazerneterrein in Assen scharrelt een bok met een rode baret op zijn hoorns. Het is Kees de Bok, de levende mascotte van het Regiment Stoottroepen. Hij gaat niet mee naar Afghanistan, meldt zijn begeleider. „Veel te koud.” Het beest heeft wel eigenschappen van de rode baretten overgenomen. Kees duwt met zijn hoorns iemand opzij. „Hij houdt niet van vreemdelingen.”