Wiegel: Coalitie past prima bij rechtse bevolking
GOUDA – „Niemand minder dan” oud-VVD-leider Wiegel had het Conservatief Café dinsdagavond voor een spreekbeurt uitgenodigd. Hij stelde zijn gehoor niet teleur.
Conservatisme mag weer, constateerde de gewezen vicepremier van het kabinet-Van Agt I. Hij heeft ook andere tijden meegemaakt, „waarin je beter bekend kon staan als brandstichter dan als conservatief.” Niet dat hem dat veel scheelde. „Mij deerde dat niet.”
Conservatisme past het Nederlandse volk beter dan de progressieve koers van linkse partijen, zei Wiegel. „De bevolking is vooral behoudend.” Het nieuwe kabinet-Rutte/Verhagen past daar prima bij, meent hij. „De huidige coalitie voelt goed de afkeer van burgers aan van bemoeizucht en paternalisme van de overheid. Wij willen geen betuttelende overheid, maar een die haar kerntaken goed uitvoert. Die zorgt voor veiligheid, een goede oudedagsvoorziening, een leefbare woonomgeving.”
Vooral de PVV heeft goed aangevoeld dat burgers op zoek zijn naar zekerheid. Partijleider Wilders wil geen verhoging van de AOW-leeftijd, geen drastische hervorming van het ontslagrecht. „Dat heeft hem veel stemmen opgeleverd. In Limburg bijvoorbeeld, en in Staphorst. Daar is geen moslims te zien. Wel zijn de mensen er onzeker.”
Net als Wilders had Wiegel in zijn tijd als politicus een antenne voor wat er leefde bij de gewone man. „Ik kwam regelmatig in mijn stamcafé in Amsterdam. Dan hoorde je nog eens wat. Van Piet bijvoorbeeld, die ’s ochtends vroeg naar zijn werk ging, terwijl zijn gezonde bovenbuurman in bed bleef liggen maar wel een uitkering trok. Ik heb toen het misbruik van uitkeringen aan de kaak gesteld. Later namen veel andere politici dat thema over.”
Maakte die werkwijze hem tot een populist avant la lettre, wilde iemand weten. „Ja, misschien wel”, antwoordde Wiegel. „Het woordenboek zegt over populisten dat ze rekening houden met mensen in de lagere klasse. Dat deed ik.”
Vertrouwen
Wiegel verwacht veel van het pas aangetreden kabinet. „Maar het mooiste zou zijn als deze regering erin slaagde het vertrouwen van de bevolking in de politiek weer wat terug te brengen.”
De oud-minister denkt dat de coalitie bij de aanstaande Provinciale Statenverkiezingen in maart „kan herbevestigen dat het Nederlandse volk in meerderheid rechts is.”
Een vragensteller uit het publiek haakte in op de stelling van Wiegel dat de meeste Nederlanders rechts en behoudend zijn. „Waarom is Nederland dan zo vooruitstrevend op ethisch gebied?”
De liberaal antwoordde dat de feitelijke situatie in ons land op dat vlak niet veel afwijkt van die in andere landen. Dat het kabinet-Van Agt/Wiegel dertig jaar geleden al met de abortuswet kwam, was volgens Wiegel vooral om een praktische regeling te treffen en uitwassen te voorkomen.
De oud-minister van Binnenlandse Zaken blikte vaker terug naar het verleden. Zo vertelde hij een anekdote over VVD’er Oud, die tegelijkertijd hoogleraar, burgemeester van Rotterdam, fractievoorzitter en partijvoorzitter was. Op een vergadering jaste Oud de agendapunten er eens in recordtempo door. Een van de partijleden ging het allemaal iets te snel. „Mogen wij alleen maar ja en amen zeggen?” vroeg hij de partijvoorzitter. „Ja alleen is genoeg, amen houdt alleen maar op”, was Ouds snedige reactie.
Over Lubbers wist hij ook nog een grappig verhaal. Die probeerde als CDA-fractievoorzitter vaak kabinetsvoorstellen te wijzigen. „Laten we hem direct zijn zin geven als hij komt”, stelde Wiegel eens voor aan premier Van Agt. Zo gezegd, zo gedaan. Lubbers legde een alternatief plan op tafel dat meteen werd overgenomen. „Grote paniek bij Lubbers”, herinnerde Wiegel zich. De CDA’er krabbelde verbaasd terug. „Eigenlijk is jullie voorstel ook heel goed.” Eind van het liedje: het kabinetsvoorstel kwam erdoor.