De knellende banden van het celibaat
Het celibaat is een gave voor wie dit kan opbrengen, maar stel het nooit verplicht. Dat is de oproep van Donald Cozzens, priester in de Rooms-Katholieke Kerk in Amerika en docent aan de John Carroll University. Zelf leeft hij celibatair en beschrijft hoe deze levenswijze een zegen kan zijn voor de kerk. Celibaat is bevrijdend, gezonde celibatairen horen beslist tot de geestelijk meest vrije mensen die we ooit zullen ontmoeten, stelt de schrijver. Maar de verplichting tot volledige onthouding, vastgelegd op het tweede concilie van Lateranen (1139), heeft van het celibaat een wet gemaakt, met alle gevolgen van dien.
De schrijver zet uiteen dat de gevallen van seksueel misbruik en het dalend aantal priesters aanleiding moeten zijn om het verplichte celibaat op te heffen. Toch zegt hij niet dat het seksueel misbruik door het celibaat is ontstaan, zoals heden ten dage te horen is. Wel moeten we rekening houden met „de psychisch-seksuele onvolwassenheid die duidelijk bij celibataire priesters in het algemeen en bij de misbruikers onder hen in het bijzonder te vinden is.”
Ook trekt het priesterschap mensen aan die homoseksuele gevoelens koesteren. Het verplichte celibaat is een efficiënt middel geweest om het leven van de priester tot in zijn intieme leven te controleren en heeft de kerk machtig en rijk gemaakt. De schrijver heeft echter weinig hoop dat de kerk het celibaat zal opheffen; daarmee zijn te veel (economische) belangen gemoeid. Des te pijnlijker is de tweestrijd van zo veel priesters. „Een gave die je niet ontvangen hebt, kun je (…) niet aanvaarden.”
Bevrijd het celibaat. Het is een charisma!, Donald Cozzens; uitg. Abdij van Berne, Heeswijk, 2010; ISBN 978 90 8972 021 4; 119 blz.; € 16,95.