Abbas wil gesprek met Sharon
De Palestijnse premier Mahmoud Abbas heeft Israël zondag opgeroepen de voorstellen van de zogenoemde wegenkaart naar de vrede op te volgen. Ook vroeg hij de Israëlische premier Ariel Sharon om in te stemmen met een ontmoeting.
Abbas zei op een persconferentie vastberaden te zijn extremistische Palestijnse groeperingen te ontwapenen. „Er is slechts één (Palestijnse) Autoriteit, en alleen die zal wapens in handen hebben”, zei hij. De ontwapening van de extremisten is een van de voorwaarden die beschreven staan in de wegenkaart, het door de VS, Rusland, Europese Unie en de Verenigde Naties opgestelde vredesplan.
Sharon heeft de wegenkaart, die vorige week officieel is gepresenteerd aan Israël en de Palestijnse Autoriteit, nog niet geaccepteerd. Abbas drong er bij hem op aan dat te doen. „Als wij en de Israëliërs het serieus nemen, dan moeten we beginnen de wegenkaart toe te passen”, zei hij.
Israël heeft te kennen gegeven niet helemaal tevreden te zijn en wil bepaalde punten uit het plan wijzigen, vooral op het gebied van veiligheid. Sharon houdt vast aan het standpunt dat de Palestijnen aanslagen op Israëliërs moeten beëindigen voordat de wegenkaart gevolgd kan worden.
Abbas zei verder een verzoek te hebben gedaan voor een onderhoud met Sharon. De Israëlische premier heeft daarop volgens Abbas nog niet gereageerd. Ook wil Abbas een bijeenkomst regelen van de Israëlische en Palestijnse veiligheidsdiensten.
Abbas herhaalde zijn verzoek aan Israël om de Palestijnse leider Yasser Arafat toe te staan te vertrekken uit zijn hoofdkwartier in Ramallah, waar hij al meer dan een jaar vastzit. Israël zegt dat hij mag gaan, maar dan niet meer kan terugkeren. Abbas wil dat Arafat volledige bewegingsvrijheid krijgt.
Het Israëlische parlement onderbrak maandag het reces voor spoedberaad over de wegenkaart. Volgens de Israëlische radio hebben zowel de regerende partijen als de oppositie in de Knesset om het spoeddebat gevraagd.
Een Britse journalist die vrijdag in de Gazastrook werd doodgeschoten terwijl hij werkte aan een reportage over de vernietiging door het Israëlische leger van huizen van Palestijnse daders van zelfmoordaanslagen, is mogelijk gedood door een Palestijnse schutter. Dat heef het Israëlische leger zondag gezegd.
Het leger baseert zijn bewering op onderzoek dat heeft uitgewezen dat de 34-jarige James Miller van achteren is neergeschoten. De Israëlische tanks, die verantwoordelijk worden gehouden voor het doden van de journalist, naderden hem van voren.
Volgens verslagen die ooggetuigen vrijdag van het incident gaven werd Miller onverwacht beschoten vanuit een Israëlische tank toen hij bezig was met het filmen van enkele tegen de grond gewerkte huizen. Miller en zijn twee collega’s waren volgens ooggetuigen goed te herkennen als journalisten en hadden tijdens het maken van de opnames bovendien een witte vlag bij zich. Het leger zegt dat de tank vlak voor het incident onder vuur werd genomen en dat de journalisten mogelijk zijn aangezien voor Palestijnse extremisten. Miller overleed op weg naar het ziekenhuis.
Miller is de vierde buitenlander die de afgelopen weken gedood is of gewond raakte in Rafah. Op 19 april werd een cameraman van Associated Press gedood in Nablus terwijl hij een confrontatie tussen Israëlische militairen en Palestijnen vastlegde. Op 11 april werd een Britse vredesactivist door het Israëlische leger in zijn hoofd geschoten. Hij ligt in coma in het ziekenhuis. Op 16 maart kwam een Amerikaanse activiste om het leven toen ze probeerde te voorkomen dat een bulldozer een Palestijns huis tegen de vlakte zou werken. De bulldozer reed over de vrouw heen. De chauffeur verklaarde haar niet te hebben gezien.