Commentaar: Haastige spoed
De fracties van SP en PVV in de Tweede Kamer zullen een ander vervolg voor ogen hebben gehad dan er kwam, nadat zij eind vorige week met succes een spoeddebat aanvroegen met minister Schippers van Volksgezondheid. Beide riepen de bewindsvrouw naar de Kamer om met haar te debatteren over het publieke geld (premie- en belastingopbrengsten) dat branche- en beroepsverenigingen en patiëntenorganisaties gebruiken voor eenzijdige lobbyactiviteiten in de zorg.
In een landelijk ochtendblad verscheen eind oktober een bericht waarin de omvang van dit bedrag werd geschat op 1 miljard euro. Deze schatting schreef de krant toe aan een promovendus die in een nog niet verschenen proefschrift het netwerk ontrafelt van lobbyclubs in de zorg. Het vervolg is bekend: nadat de onderzoeker tegenover de minister desgevraagd verklaarde dat dit bedrag helemaal niet uit zijn onderzoek voortvloeide, besloten SP en PVV hun verzoek om een spoeddebat in te trekken. In de Kamer bestaat nu consensus over een evenwichtiger route: eerst het proefschrift afwachten en aan de hand daarvan bepalen of er alsnog reden is voor een debat.
Op het eerste gezicht lijkt er niets aan de hand: een debat opschorten, gebeurt wel vaker. Toch hebben SP en PVV wel degelijk reden om zich achter de oren te krabben. Op termijn kan blijken dat zij met hun onbesuisde keus voor het robuuste middel van een spoeddebat het gewiekste lobbycircuit alleen maar in de kaart hebben gespeeld.
Als de publicatie van de onderzoeker verschijnt, is het niet aannemelijk dat de omvang van de met publiek geld gefinancierde lobbyactiviteiten daarin alsnog op 1 miljard euro wordt becijferd. De lobbyclubs zullen dat ongetwijfeld aanvoeren als bewijs dat sommige politici hun invloed schromelijk overdrijven. Zou een schatting van bijvoorbeeld een half miljard euro zonder de ophef van deze week nog steeds voldoende reden zijn geweest voor een debat, nu zal na een neerwaartse bijstelling al vlug de verzuchting klinken: het valt wel mee.
In hun motivatie voor een spoeddebat focusten beide fracties bovendien te eenzijdig op het mysterieuze bedrag van 1 miljard euro. Die onderbouwing rammelde en daardoor verviel het debat. Was het er gekomen, dan had de minister moeten rechtvaardigen dat de openbare gezondheidszorg in het lobbycircuit nauwelijks pleitbezorgers kent, in tegenstelling tot alle zorgsectoren die samenhangen met specifieke ziekten. Die conclusie van het proefschrift staat immers nog steeds overeind en een oproep om daar verandering in te brengen, zou zo aan het begin van Schippers’ ambtstermijn beslist zinvol zijn geweest.
Voor een verzoek om bij alle subsidieaanvragen van lobbygroepen waarover het ministerie de komende maanden nog moet beslissen extra zorgvuldigheid te betrachten, geldt hetzelfde. Ook zo’n verzoek komt er nu niet; een tweede gemiste kans.
Een zinvol debat over een belangrijk onderwerp wordt dus uitgesteld, omdat SP en PVV er te overhaast op aandrongen. Ook in de politiek is haastige spoed zelden goed.