Oudere oordeelt positiever over aardige robot
Hoe kijken ouderen tegen robots aan? Marcel Heerink (49) deed er de afgelopen jaren onderzoek naar. Woensdag promoveert hij aan de Universiteit van Amsterdam op dit onderwerp. „Hoewel ze wisten dat het een plastic ding betrof, ervoeren mensen de robot ook als een sociaal wezen. Een van mijn conclusies is dat senioren positiever tegenover een robot staan als ze hem aardig vinden. Daar moeten ontwerpers dus terdege rekening mee houden.”
Heerink ging vooral met de iCat op stap. Daarnaast zette hij onder meer een robot in die op een computerscherm te zien is. De iCat geldt als een sociale robot waarmee je kunt communiceren. Je zet de poes aan het werk door tegen hem te praten in plaats van op knopjes te drukken. Hij laat bijvoorbeeld de rolluiken zakken of zoekt iets op via de computer. Het ‘dier’ kan desgewenst ook dingen onthouden en de gebruiker eraan herinneren dat hij zijn medicijnen moet innemen. De iCat trekt verschillende gezichten door met de ogen te bewegen, de wenkbrauwen op te trekken of de stand van de bek te veranderen.
Heerink hoopt met zijn proefschrift bij te dragen aan een methodiek om de acceptatie van robots door ouderen te voorspellen. „Voor puur technische producten bestaan zulke methodieken al, maar voor robots niet. Bij een robot heb je niet alleen met techniek, maar ook met communicatie te maken. Gebruikers zagen de iCat als een sociaal ‘wezen’. Ze glimlachten of zwaaiden ernaar. We weten dit dankzij een camera in de neus van de iCat. Tests met een kat zonder mimiek leerden dat mensen zich dan minder sociaal opstellen.”
Circa 400 65-plussers die thuis of in een verzorgingshuis wonen, werkten aan het onderzoek mee. Eenzelfde aantal gaf niet thuis. „Soms lieten we de iCat een tijdje in een verzorgshuis staan. Opvallend genoeg gingen enkelen van degenen die weigerden aan het onderzoek mee te werken toch op onderzoek uit als de zaal leeg was.”
Op dit moment worden er geen robots voor senioren ingezet. Veel exemplaren zijn goed in één of enkele handelingen. De ene kan fietsen en een andere lukt het iemand op te tillen. „Als er een veelzijdige robot op de markt komt, zal de hoge aanschafprijs de verkoopcijfers drukken”, denkt Heerink. „Als de prijs zakt én de robot een sympathiek wezentje is, staan veel ouderen positief tegenover dit stukje techniek.”
Heerink bepleit een selectief gebruik. „Mensen kunnen dankzij deze technologie langer thuis blijven wonen. Naast de eerder genoemde mogelijkheden kan een robot iemand de hele dag in de gaten houden. Als een bewoner te lang ergens blijft liggen, waarschuwt hij familie of de verzorging.”
De onderzoeker plaatst een kanttekening. „Robots mogen geen sociaal contact vervangen. Ik moet er niet aan denken dat ik op mijn tachtigste tussen de robots zit en geen mens meer zie. Eenzaamheid onder ouderen los je niet op met een stuk techniek.”