„Zorg over hoge aantal rechters met D66-keus”
LEIDEN – Onder diverse christenjuristen leeft bezorgdheid over het relatief hoge aantal magistraten met een voorkeur voor links-liberale partijen, zoals D66.
Mr. dr. Bart Labuschagne, rechtsgeleerde aan de Universiteit Leiden en christen, stelt vandaag in deze krant dat „de eenzijdige politieke kleur in de rechterlijke macht niet gunstig is voor orthodoxe bevolkingsgroepen.”
Zeker bij kwesties waarbij een rechter een oordeel moet vellen in een zaak waarbij grondrechten botsen, kan diens persoonlijke overtuiging wel degelijk van invloed zijn, stelt Labuschagne. „Een rechter is geen automaat, maar een mens van vlees en bloed. Denk aan de vrouwenkwestie bij de SGP. Daarbij botsen zaken als godsdienstvrijheid en het non-discriminatiebeginsel. Een rechter met een D66-achtergrond zal geneigd zijn het non-discriminatiebeginsel voorrang te geven.”
Ook de orthodox-christelijke rechtsgeleerde mr. dr. Matthijs de Blois heeft zorgen over het in verhouding hoge aantal rechters met een seculier links-liberale voorkeur. Hij denkt dat de politieke achtergrond van rechters „natuurlijk” van invloed is op hun beslissingen. „Het maakt wel degelijk uit hoe je als rechter in het leven staat, zeker in gevoelige zaken rond ethische kwesties.”
Uit recent onderzoek blijkt dat van aankomende rechters en aanklagers 31 procent voor D66 kiest, terwijl van de bevolking 7 procent die partij koos.
Mr. Rosa H. M. Jansen, voorzitter van het college van bestuur van SRR, het opleidingsinstituut van de rechterlijke organisatie, zegt in een reactie dat politieke voorkeuren van rechters „geen rol” spelen bij hun beslissingen. „Rechters zijn professionals. Tijdens de opleiding leren ze juist grondig dat hun persoonlijke voorkeuren niet mogen meewegen bij hun beoordelingen. De wet is de leidraad. Vergelijk het met het werk van een arts. Als die een slachtoffer op de weg ziet liggen, vraagt hij zich echt niet af of die D66 of ChristenUnie heeft gestemd. De patiënt moet geholpen worden.”
Jansen ziet niets in rechtersbenoemingen waarbij gelet wordt op politieke kleur van de kandidaat, zoals in Amerika. „Dan ontstaat vermenging van politiek en rechtspraak en kan een rechter zijn oren laten hangen naar een politieke partij.”