Zijn cv wijst het ondubbelzinnig uit: het nieuwe VVD-Tweede Kamerlid Van der Steur draagt het debat een warm hart toe. Hij is bestuurslid van een aantal stichtingen, „waaronder een stich­ting die zich bezighoudt met het organiseren van de Neder­landse kampioenschappen debat­
teren in het Engels voor middel­bare scholen”, meldt zijn site.

„Het debat dient een belangrijke maatschappelijke functie”, onderstreept Van der Steur in zijn werkkamer. „Uit de confrontatie van meningen vloeit de waarheid voort.”

Als advocaat was hij ruim tien jaar verbonden aan het topkantoor NautaDutilh. Het zal zijn werkwijze in de VVD-fractie voor een belangrijk deel bepalen. „Ik hecht eraan een zaak van beide kanten te bekijken en neem pas een standpunt in nadat ik twijfels, gedachten en alternatieven heb geïnventariseerd.”

Gisteren sloot de termijn waarbinnen de Kamerfracties konden reageren op het initiatiefwetsvoorstel dat beoogt smalende godslastering uit het Wetboek van Strafrecht te halen. Het wetsvoorstel werd vorig jaar ingediend door de Kamerleden Van der Ham (D66), De Wit (SP) en Teeven (VVD). Na de overstap van Teeven naar het ministerie van Veiligheid en Justitie rees in de VVD de vraag of de fractie de handtekening van Teeven zou vervangen. „In dit stadium niet”, zegt Van der Steur.

Waarom niet?

„Omdat ik ook nu behoefte heb aan een nadere onderbouwing. Een van de vragen die ik de indieners heb gesteld is: Wat verwacht je aan praktisch effect?”

Dat staat toch in de Memorie van Toelichting? Er moet een einde komen aan de aparte bescherming van bepaalde gelovigen, omdat een wetsartikel dat die bescherming biedt niet past in hun idee van gelijke behandeling.

„Onderdeel van de motivatie is inderdaad dat het bewuste artikel 147 zichzelf heeft overleefd en aantoonbaar een slapend bestaan leidt. De vraag is alleen of dat de doorslag kan geven, want dat geldt voor wel meer artikelen in de wet. De betekenis van zowel het handhaven als het afschaffen van dit artikel is in hoge mate symbolisch. Als je dan zoals de indieners toch gaat voor afschaffing wil ik weten: Wat is dan in hun ogen het effect?”

Van het CDA kregen VVD en PVV tijdens de formatie ruimte om met nieuwe wetsvoorstellen over de vrijheid van meningsuiting te komen, zei premier Rutte deze week in de Kamer. De inzet daarvan is niet een onbeperkte strafrechtelijke 
immuniteit voor politici rond het uiten van religiekritiek, voegde hij er tot geruststelling van CU’er Rouvoet aan toe.

Wat is de inzet van de VVD?

„Momenteel zijn politici strafrechtelijk immuun voor uitspraken die zij doen tijdens debatten in de Kamer. Historisch is die formulering heel goed verklaarbaar. Deze bepaling dateert uit de tijd dat het debat fysiek alleen in de Kamer werd gevoerd. Inmiddels verplaatst het zich ook naar daarbuiten, onder andere door toedoen van bijvoorbeeld Twitter. De vraag is dan: Blijf je immuun, omdat je als politicus bijdraagt aan het maatschappelijk debat, maar dan via bijvoorbeeld Twitter, óf ben je mogelijk strafbaar omdat je bijdrage niet vanuit de Kamer maar van daarbuiten komt. Daar willen we naar kijken.”

Hangt die toekomstige bezinning samen met het niet- vervangen van de VVD- handtekening onder het wetsvoorstel- Van der Ham?

„Ja, ik heb de indieners van dit wetsvoorstel ook gevraagd wat ze ervan vinden om de bestaande wetsartikelen rond vrijheid van meningsuiting en strafbare belediging integraal te herzien om zo de grenzen van de vrijheid van meningsuiting vast te leggen. Bij mijn advies aan de fractie wegen de antwoorden op al deze vragen mee.”