Het vraagteken van de reiziger
Cees Nooteboom, de éminence grise onder reisverhalenschrijvers, publiceerde veel boeken, maar ook artikelen en essays in tijdschriften. Uit de laatste categorie werd een boek samengesteld: ”Scheepsjournaal. Een boek van verre reizen”. Talloze foto’s van Simone Sassen illustreren Nootebooms tekst.
Het schrijverschap van Nooteboom verenigt een filosoof en een waarnemer. Ligt daar zijn kracht? Wellicht, hoewel zijn werk niet alleen deze twee invalshoeken heeft. Toch is wel duidelijk dat de combinatie van een fijnzinnige, filosoferende geest met een nauwkeurige blik voor wat zich aandient in vreemde en verre werelden, in de loop der jaren veel moois en scherpzinnigs heeft opgeleverd. Deze bundeling van Nootebooms reisverslagen is er een nieuw, overtuigend voorbeeld van.
In de zeven hoofdstukken uit het boek doet Nooteboom verslag van reizen naar Zuid-Amerika, India, Australië, Afrika, Mexico, het noordelijkste puntje van Europa en Bali. Landen en volkeren, geschiedenis en godsdienst, ze spelen allemaal een rol in Nootebooms reisverslagen. Hij is steeds weer uiterst ontvankelijk en nieuwsgierig, hoewel hij beseft dat je daarmee niet het geheim van een cultuur tot op de bodem kunt doorgronden. Als Nooteboom India bezoekt, noteert hij: „Je kunt lezen wat je wilt, als je er bent zal de massa van het zichtbare je verpletteren. Hoe lang zou het duren eer je iets van orde ziet in wat als chaos op je afkomt?” In India komt hij het hindoeïsme tegen, maar ook de islam, een minderheid in het land. Het hindoegeloof is overdadig in de uitbeelding van goden, waarbij erotiek nadrukkelijk aanwezig is. De strenge en ‘zakelijke’ islam lijkt in vergelijking daarmee van een andere planeet te komen. Nooteboom: „Ook bij Allah ben ik dus vandaag niet welkom, maar het beeld blijft: na de erotische turbulentie van het veelgodendom plotseling de stilte, de angst en de afweer bij het huis van de God van de minderheid in dit enorme land.”
Wat hem vooral treft is de compleet andere beleving van mens en wereld, God en goden. Hij blijft als seculiere westerling op afstand staan, maar weet dat dan weer heel goed op te schrijven: „Je kunt ademen, spreken en denken, je lichaam lijkt op alle lichamen die je omringen, maar de afstand is onoverbrugbaar, en als ik dat als een nederlaag voel is dat er niet een van mij, maar van de soort, wij zijn gescheiden door een onverteerbare massa geschiedenis, afkomst, taal, ritueel. Maar dat is natuurlijk geen nederlaag, het is de zegen van het verschil, omdat daardoor de illusie van de eigen vanzelfsprekendheid verstoord wordt.”
Een vergelijkbaar gevoel van afstand overvalt Nooteboom na een reis door en rond Afrika: „Maar ben ik in Afrika geweest? Of ben ik er alleen maar langs gevlogen? Langs de randen, de omtrek? Heart of Darkness heet het Afrika van Conrad. Duisternis. Maar het gevoel dat ik heb, is dat van een mot die op het licht is afgevlogen, een donker licht, de onmogelijke tegenstelling die aantrekt en angst aanjaagt. Het pulserende, machtige midden, het onophoudelijke theater van de oorlogen, de armoede, de rijkdom, de stammen, de wreedheid, de erfenis van het kolonialisme.”
Nooteboom schrijft bezonnen en afgewogen, geïntrigeerd door én oprecht geïnteresseerd in vreemde culturen, waarop hij grip probeert te krijgen. Lezend in dit boek kom je veel te weten over historische ontwikkelingen in landen of regio’s. Dat geeft houvast, maar de vraagtekens worden er niet door opgelost. Nabijheid leidt tot een nieuw besef van het blijvende vraagteken, waarmee het boek besluit: „Op het terras zet ik de stoel dicht bij de houten balustrade, en luister naar de stroom diep beneden, die ruist en fluistert over alles wat ik niet gezien heb, een vraagteken van afscheid en terugkeer, het teken van de reiziger.”
Scheepsjournaal. Een boek van verre reizen, Cees Nooteboom; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 234 5394 9; 304 blz.; € 23,90.